Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Beleidsdoorlichting sport (2017)

begrotingsartikel 6 ministerie van VWS

Het rapport concludeert dat op veel aspecten van beleid geen uitspraak gedaan kan worden over de impact van het ingezette Rijksbeleid. Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag:

  • Een deel van het beleid is nog jong en nog niet geëvalueerd (bijv. Integriteit in de Sport).
  • Voor een deel geldt ook dat er onvoldoende of niet-uniform evaluatiemateriaal is om een stevige uitspraak te kunnen doen (bijv. topsportevenementenbeleid).
  • Aanvullend zijn in sommige gevallen de nagestreefde beleidsdoelen moeilijk meetbaar, waardoor niet vastgesteld kan worden in hoeverre beleid doeltreffend is geweest (bijv. sportparticipatie).
  • Op het vlak van doelmatigheid zijn zeer weinig conclusies te trekken. De uitgevoerde evaluatieonderzoeken geven hier over het algemeen geen informatie over – hooguit kan doelmatigheid in sommige gevallen afgeleid worden.

Op de belangrijkste onderdelen van het Rijkssportbeleid geeft het rapport een korte toelichting. 

Binnen het thema Passend sport- en beweegaanbod is het aannemelijk dat door het instrument Sport en bewegen in de buurt meer mensen kunnen sporten en bewegen in de buurt (wat overeenkomt met het beleidsdoel van de minister). Er is geen inzicht in de landelijke impact van de buurtsportcoachregeling, en maar beperkt in de lange termijn effecten van de Sportimpuls. De effectiviteit van interventies op de menukaart sportimpuls is (nog) niet aangetoond. De instrumenten op het vlak van gehandicaptensport waren doeltreffend op outcome en impactniveau, maar een duurzame en/of landelijk impact op een hogere sport- en beweegdeelname zijn niet aantoonbaar, ondanks bemoedigende (kwalitatieve) beelden. Het Jeugdsportfonds lijkt doeltreffend op niveau van outcome en impact om meer kinderen in staat te stellen om te kunnen sporten en bewegen. VWS heeft met name bijgedragen aan de uitbreiding (in fte) en professionalisering van de landelijke organisatie.

Binnen het thema uitblinken in sport zien we dat het rendement van topsportbeleid in Nederland hoog is. Nederlandse sporters presteren beter dan verwacht zou mogen worden op basis van de investeringen in topsport door de Rijksoverheid in deze periode. Hoewel Nederland op de (relatieve) medaillespiegel beter is gaan presteren in de periode van deze beleidsdoorlichting, lijken er nog verdere verbetermaatregelen in het verschiet te liggen op het gebied van topsportevenementen en topsportinnovatie. Deze twee factoren dragen in grote mate bij aan het bereiken van een top-10 klassering. Het evenementenbeleid is coherenter geworden maar draagt waarschijnlijk beperkt bij aan de impact-doelen nationale trots en inspiratie. De stipendiumregeling heeft er aantoonbaar toe bijgedragen dat meer topsporters voltijds hun sport kunnen beoefenen.

In het domein kennis en innovatie in de sport is een ontwikkeling ingezet van meer focus in het onderzoek, samenwerking binnen de kennisinstituten en regie in het ontwikkelen van sportinnovaties. De onderzoeksprogramma’s hebben gezorgd voor een stevigere infrastructuur voor Sportonderzoek. Er is waardevolle kennis ontwikkeld over sport en bewegen. Het TopTeam Sport heeft voor het programma SportInnovator gebruik kunnen maken van de waardevolle inzichten uit het InnoSport programma. In de kennisgerichte activiteiten is een duidelijke rationalisatie en focus aangebracht in de onderzoeksperiode. Dat is te zien in de ontwikkeling van de kernindicatoren sport en in de vorming van het Kenniscentrum Sport. Daarmee wordt ook een belangrijke stap gezet in de vertaling van ontwikkelde kennis naar verspreiding van praktische toepasbare informatie voor sporters en sportorganisaties.

Het thema Sport en Integriteit is in de afgelopen periode op de agenda komen staan door een aantal (dreigende) misstanden in de sport. Over de nieuwe aanpak van matchfixing en vechtsporten zijn nog geen resultaten gepubliceerd. Het actieprogramma Veilig Sportklimaat heeft een groot bereik gehad met effectieve interventies. De mate waarin het heeft bijgedragen aan een teruggang in het aantal incidenten is niet duidelijk. Tot slot is een infrastructuur voor anti-dopingbeleid in stand gehouden waarmee Nederland voldoet aan de regelgeving van WADA. In hoeverre de infrastructuur er daadwerkelijk voor zorgt dat doping doeltreffend wordt bestreden, is niet bekend. Op het niveau van outcome is dus geen uitspraak te doen. De ontwikkeling van cultuurinterventies in de afgelopen periode lijkt een doeltreffende en doelmatige methode van antidopingbeleid. 

Lees de externe beoordeling van deze Beleidsdoorlichting.

Lees de Kamerbrief over deze Beleidsdoorlichting.

Literatuurverwijzing: Andersson Elffers Felix (AEF) (2017). Beleidsdoorlichting sport: begrotingsartikel 6 ministerie van VWS. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Omschrijving