Buitenspel (2010)

Dit onderzoek heeft als doel om de betekenissen van ouders bij hun voetballende kind te bestuderen. Daarbij is gekeken hoe zij betekenis geven aan aspecten van gender in sport. In het onderzoek zijn twaalf ouders (zes vaders, zes moeders) geïnterviewd. Zij hadden minstens een kind in de leeftijd tussen de zes en zestien jaar en voetballend bij een van de twee clubs waar dit onderzoek heeft plaatsgevonden. Op basis van de data is te constateren dat vaders andere vrijwilligersfuncties naar zich toetrekken dan moeders. Vaders nemen de leidende rollen op zich en moeders doorgaans de ondersteunde rollen. Ouders vinden dat vaders meer gericht zijn op winst en competitie, terwijl moeders de sociale context voor hun kinderen doorgaans belangrijker vinden. Ook geven vaders en moeders aan dat zij een andere rol innemen bij hun sportende kind. Vaders besteden meer tijd aan het sporten van hun kind en vinden prestatie belangrijk. Moeders zorgen dat de randvoorwaarden om fijn te sporten aanwezig zijn. Daarnaast is op basis van de data te constateren dat ouders onderscheid maken in de manier waarop zij met hun zoon en hun dochter in de sport omgaan. Als laatste thema is de rol van ouders als toeschouwer onderzocht. Ouders vinden dat vaders over het algemeen nadrukkelijk aanwezig. Dit komt tot uiting in de manier waarop zij commentaar langs de lijn van het sportveld geven. Vaders zeggen naar het voetbal van hun zoon en zijn team te komen kijken. Vrouwen houden zich meer op de achtergrond. Zij komen nadrukkelijker voor hun zoon kijken. Ook geven zij aan meer voor de gezelligheid te komen.