Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Hardlopen en atletiek; wat valt eraan te verdienen? (2016)

Auteur(s): Jelle Schoemaker

De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) deed in samenwerking met de Atletiekunie, het Mulier Instituut en Fontys Economische Hogeschool Tilburg/SPECO onderzoek bij ruim 600 atletiekbeoefenaars (hardlopers en baanatleten) naar de bestedingen die zij doen voor het beoefenen van hun sport.

Wat wordt er besteed?

Gemiddeld geven de 614 respondenten bijna 850 euro per jaar uit aan hun atletiek- of loopbeoefening. Daarbij zijn er hardlopers en atleten die per jaar 25 euro uitgeven aan hun sportbeoefening maar ook die meer dan 2500 euro uitgeven per jaar.

Een groot gedeelte wordt gebruikt voor de aanschaf van materialen om de sportbeoefening mogelijk te maken (schoenen 19%; sportkleding 16%; sportaccessoire 11%). Hiervan profiteert met name het bedrijfsleven. Een ander belangrijk deel van de bestedingen komen terecht bij de aanbieders van de atletieksport (evenementen 11%; begeleiding/lidmaatschap 10%). Deze aanbieders van de atletieksport kunnen non-profit organisaties zijn zoals atletiek- of loopverenigingen maar ook commerciële aanbieders.

Baanatleten geven meer uit dat hardlopers

Wanneer de baanatleten (technische onderdelen; hardlopen op de atletiekbaan en meerkamp) afgezet worden tegenover de hardlopers (hardlopen in de openbare ruimte; trailrunners) valt op dat er grote verschillen zijn in gemiddelde kosten die zij maken (zie figuur 2). Baanatleten maken gemiddeld ruim 1.100 euro aan kosten per jaar terwijl hardlopers in de openbare ruimte slechts 670 euro per jaar besteden.

Op bijna alle posten besteden de baanatleten meer aan hun sportbeoefening. De grote verschillen zijn met name te zien bij de kosten voor begeleiding (incl. lidmaatschap), sportvakanties (incl. trainingsstages) en vervoer van/naar de sportbeoefening. Hardlopers besteden hieraan beduidend (ruim 60%) minder.

Bestedingen aan evenementen in de lift

De atletiek- of loopbeoefenaars zijn ook gevraagd of zij verwachten in 2016 meer of minder uit te geven dan in 2015 (zie figuur 3). Opvallend is dat een grote groep respondenten (33%) verwacht dat hun bestedingen aan evenementen de komende jaren zal toenemen. Ongeveer vijftien procent van de respondenten verwacht komend jaar ook meer kosten te maken aan vervoer, begeleiding/lidmaatschap en sportschoenen.

Op veel posten verwacht een grote groep respondenten minder kosten te zullen gaan maken. Vooral op sportmaterialen, sportkleding en sportschoenen is meer dan twintig procent van de respondenten van plan minder uit te geven komend jaar.

Hardlopen en atletiek een dure sport?

De hoge gemiddelde bestedingen aan atletiek en loopsport zorgen er niet voor dat de beoefenaars ervan de sport te duur vinden. Meer dan de helft van de respondenten vindt dat atletiek geen dure vrije tijdsbesteding is. Slechts zeventien procent is het daarmee oneens. Ook de kosten voor de beoefening van de eigen sport (lopen of atletiek) vindt men (52 procent) over het algemeen niet te hoog. Daarbij vindt elf procent dat de kosten toch wel te hoog zijn. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de instapkosten om aan atletiek te doen laag zijn in vergelijking met veel andere sporten en dat de extra bestedingen die gedaan worden aan de sport optioneel zijn. Dit maakt dat ieder voor zichzelf de afweging heeft gemaakt de extra kosten te maken of te laten.

Conclusie: wat valt eraan te verdienen?

Hardlopen en in mindere mate atletiek worden ervaren als goedkope sporten om te beoefenen. Om te gaan hardlopen heb je vooral een paar schoenen nodig en je kunt beginnen. Toch kan een (fanatieke) beoefenaar gemakkelijk veel meer geld uitgeven aan zijn sport.

Er is een divers aanbod ontstaan van producten, begeleiding en evenementen die profiteren van de populariteit van de atletieksport en dit succesvol weten om te zetten naar producten en diensten waar men bereid is voor te betalen. Dat maakt dat de atletieksector steeds meer een serieuze bedrijfstak is geworden waarbij non-profit organisaties en commerciële organisaties ieder hun eigen producten en diensten aanbieden waardoor de hardloper en de baanatleet volop keuze heeft.

De komende jaren zal met name de bestedingen rondom evenementen gaan toenemen en worden aanbieders in de loop/atletiekmarkt uitgedaagd om nieuwe innovaties en concepten te ontwikkelen die bijdrage aan de beleving van de sporter.

Hoe is het onderzoek opgezet?

In december 2015 is via sociale media een online vragenlijst uitgezet onder atletiekbeoefenaars in Nederland. De verspreiding van deze vragenlijst gebeurde hoofdzakelijk via sociale media van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Atletiekunie, Mulier Instituut, Molenhoeks Makkie, Runners World Magazine, Atletico’73 en AV Argo. In totaal werden 614 mensen meegenomen in het onderzoek.

De jongste deelnemer aan het onderzoek was 9 jaar oud en de oudste 70 jaar. De gemiddelde leeftijd was 37 jaar. 58 procent van de steekproef was vrouw en 67 procent van de ondervraagde had een hoger onderwijs opleiding afgerond. Het merendeel van de steekproef (86%) beoefent hardlopen in de openbare ruimte, de helft van de respondenten doet aan baanatletiek en bijna één derde doet aan trailrunning. Meer dan de helft van de respondenten doet aan meer dan 1 van deze disciplines.

Ruim 70 procent van de steekproef traint individueel en bijna 40 procent is aangesloten bij een atletiekvereniging. Ruim één derde traint gemiddeld twee tot drie keer per week en het gemiddelde ligt op 2,6 training per week.

De steekproef van 614 respondenten is geen nauwkeurige afspiegeling van de Nederlandse atletiekbeoefenaar. Er is met name een oververtegenwoordiging atletiekbeoefenaars die op de baan trainen, leden van een atletiekvereniging en mensen die de sport fanatiek beoefenen. Hierdoor zijn de gemiddelde uitgaven van de atletiekbeoefenaars maar beperkt toepasbaar voor alle Nederlandse atletiek- en loopsportbeoefenaars. Zo komen de gemiddelde uitgaven van de hardlopers beduidend hoger uit dan vergelijkende studies die over de grens hebben plaatsgevonden. De Leuvens Running Survey vond in Belgie? dat incidentele hardlopers (< 1x per week trainen) in 2009 gemiddeld 247 euro per jaar uitgeven en de frequente hardloper (>1x per week trainen) 436 euro per jaar (Scheerder et.al., 2009). Het grootste verschil met deze studies is dat deze Belgische studie enkel heeft gekeken naar de hardlopers (en niet de baanatleten) en de uitgaven aan vervoer, verzekeringen en vakanties niet zijn bevraagt in het onderzoek.

Dit onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksthema waarde van sport. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen werkt hierin samen met o.a. het Mulier Instituut en Fontys Economische Hogeschool Tilburg/SPECO. Binnen dit thema doet de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen onderzoek naar financiële en economische ontwikkelingen in de sportwereld. Meer informatie over dit onderzoek kan verkregen worden via Jelle Schoemaker. Jelle Schoemaker Jelle Schoemaker is docent en onderzoeker bij HAN Sport en Bewegen op het expertisegebied Sports Economics & Strategic Sports Management (SESS).

Literatuur:

Scheerder, J. en F. Boen (2009). Vlaanderen loopt! Sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar de loopsportmarkt. Gent: Academia Press.

Literatuurverwijzing: Schoemaker, J. (2016). Hardlopen en atletiek; wat valt eraan te verdienen?. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Omschrijving

  • Jaar:
    2016
  • Plaats:
    Ede
  • Uitgever(s):
    Kenniscentrum Sport
  • Mediumsoort:
    Online artikel
  • Trefwoord(en):