Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Fit en vitaal, bewegen in de wijk doen wij toch allemaal? (2014)

onderzoek naar een beweegvriendelijke omgeving voor senioren

Het aandeel senioren in Nederland groeit. Senioren willen en moeten langer zelfstandig thuis wonen waardoor steeds meer senioren meer tijd doorbrengen in hun directe woonomgeving. Om het beweeggedrag van senioren te stimuleren is het van belang dat hun directe leefomgeving beweegvriendelijk is. Om erachter te komen hoe deze directe leefomgeving voor senioren nu beweegvriendelijk ingericht kan worden, is dit onderzoek gestart met de volgende doelstelling:

‘Het doel van het onderzoek is aanbevelingen doen aan het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen op welke wijze de fysieke en sociale leefomgeving voor senioren ingericht kan worden om het beweeggedrag van senioren in de openbare ruimte te stimuleren door de meningen te inventariseren van senioren en professionals over de wensen en behoeften van senioren ten aanzien van een beweegvriendelijke omgeving in vroeg naoorlogse wijken’.

Om bovenstaande doelstelling te behalen is een kort vooronderzoek uitgevoerd om het onderzoek af te bakenen. Het vooronderzoek was gericht op de doelgroep senioren en kenmerken van wijken in Nederland, gericht op de vroeg naoorlogse wijken. Naar aanleiding van het vooronderzoek is besloten het onderzoek te richten op senioren van 65 jaar en ouder (uit de stille en vooroorlogse generatie), welke zelfstandig thuis wonen in de vroeg naoorlogse wijken met of zonder hulpvraag.

Het literatuuronderzoek richt zich op het analyseren van de aspecten van het beweeggedrag van senioren in de openbare ruimte (AV) die beïnvloed worden door de fysieke en sociale leefomgeving (OV). Uit de analyse van de literatuur blijkt bij het beweeggedrag van senioren in de openbare ruimte de volgende aspecten belangrijk te zijn: beweegvormen, motieven om te bewegen en belemmeringen om te bewegen. Bij de fysieke leefomgeving zijn de aspecten aantrekkelijkheid, toegankelijkheid en bereikbaarheid en verkeersveiligheid van belang. De sociale leefomgeving omvat de sociale contacten, sociale steun, sociale participatie en cohesie en sociale veiligheid.

Door middel van interviews is onderzocht welke wensen en behoeften senioren hebben ten aanzien van een beweegvriendelijke omgeving. Waarom kiezen senioren er voor om wel of niet in de openbare ruimte te bewegen? De interviews zijn afgenomen bij verschillende professionals en senioren uit vroeg naoorlogse wijken.

Conclusies

Uit het onderzoek blijkt dat de kans op gezondheidsklachten wordt verhoogd naarmate senioren ouder worden. Door gezondheidsklachten, bijvoorbeeld achteruitgang van zicht en gehoor, zijn senioren genoodzaakt de auto in te leveren. Hiermee verlaagt de mobiliteit waardoor zij aangewezen zijn op het wandelen en het fietsen. Opvallend is dat senioren, die in het bezit zijn van een hond, meer buiten bewegen. Hierdoor maken zij meer contact met andere buurtbewoners. Het sociale contact met anderen is voor senioren een belangrijke motivatie om te bewegen. Plezier, een mooie omgeving met groenvoorzieningen en bewegen voor de gezondheid komen ook naar voren als motivatie.

De grootste belemmering om te bewegen in de openbare ruimte is zichzelf kwetsbaar voelen en denken niet meer in staat te zijn te kunnen bewegen. Niet alleen de eigen onzekerheid, maar ook de fysieke leefomgeving is een belemmering. Smalle en scheve trottoirs en steile straten worden als onprettig ervaren.

Om het beweeggedrag van senioren te stimuleren dient de fysieke leefomgeving aantrekkelijk te zijn. Dit kan gecreëerd worden door straatkunst en kleurgebruik in de wijk. Daarnaast is de verkeersonveiligheid een belangrijk aspect voor een veilige fysieke leefomgeving.

Automobilisten, scooters en wielrenners rijden volgens senioren veel te hard. Sociale onveiligheid speelt een grote rol in de keuze die senioren maken om wel of niet te bewegen in de openbare ruimte. Het bekende fenomeen ‘de babbeltruc’ zorgt ervoor dat senioren de deur niet meer open doen, ’s avonds niet naar buiten komen en zich onveilig voelen in de wijk. Daarentegen blijkt dat een hoge sociale controle in de wijk deze onveiligheid (deels) kan wegnemen. Uit de bevindingen van het literatuuronderzoek en het praktijkonderzoek volgen aanbevelingen, die gericht zijn op het creëren van een beweegvriendelijke omgeving.

Om het beweeggedrag van senioren te stimuleren is de aanbeveling om een aanbod van verschillende initiatieven te ontwikkelen, zoals verkeerslessen-en trainingen, een gezamenlijke moestuin of bloementuin en de “Walking Grocery Bus”.

Een veilige fysieke leefomgeving draagt ook bij aan het creëren van een beweegvriendelijke omgeving. Dit wordt bereikt door het aanleggen van autoluwe zones, het hanteren van het STOP-principe en het zorgen voor veilige oversteekplaatsen. Daarnaast draagt een aantrekkelijke leefomgeving bij aan het stimuleren van het beweeggedrag van senioren. Om deze reden wordt geadviseerd wijken aantrekkelijk te maken door het gebruik van straatkunst of kleurgebruik. Centrale ontmoetingsplaatsen in de wijk stimuleren het aangaan en behouden van sociale contacten.

Niet alleen ontmoetingsplaatsen, maar ook het aanbod van verschillende initiatieven stimuleren deze sociale contacten. Daarom wordt geadviseerd een hondenuitlaat service te ontwikkelen door en voor senioren, waarbij buiten bewegen met anderen centraal staat. Om senioren bekend te maken met verschillende initiatieven is het van belang hen persoonlijk te benaderen. Senioren kunnen persoonlijk benaderd worden door een wijkbeheerder. Het is belangrijk om te investeren in wijkbeheerders die zichtbaar, herkenbaar en aanwezig zijn, omdat zij dicht bij de buurtbewoners staan en de sociale controle bewaken.

Literatuurverwijzing: Korbee, S., & Koster, L. (2014). Fit en vitaal, bewegen in de wijk doen wij toch allemaal?: onderzoek naar een beweegvriendelijke omgeving voor senioren. Ede: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB).

Omschrijving