Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Lange termijneffecten van jeugdparticipatie (2004)

persistente effecten van deelname aan jeugdverenigingen in Nederland en de Verenigde Staten

Gelet op het belang van primaire socialisatieprocessen, kan men van de verwachting uitgaan dat participatie in jeugdverenigingen persistente effecten zal hebben op latere gedrags- en attitudinale actoren. Deze effecten kunnen zowel verklaard worden vanuit een sociale integratie- (interiorisatie van prosociale houdingen), een hulpbronnen- (opdoen van sociale en organisatorische vaardigheden) als vanuit een selectieve mobilisatie-hypothese (integratie in netwerken). In dit artikel toetsen we deze drie hypothesen, enerzijds met behulp van het onderzoek ‘Geven in Nederland’, waarbij de jeugdparticipatie retroactief bevraagd werd, en anderzijds via de paneldata (1965-1982) van het ‘Political Socialization’ onderzoek in de Verenigde Staten. Hoewel de verbanden in het panelonderzoek systematisch zwakker zijn dan die in het retrospectieve onderzoek, kunnen we toch vaststellen dat geen van deze hypothesen overtuigend kan weerlegd worden. Wel blijkt jeugdparticipatie een sterker effect te hebben op volwassen participatie dan op volwassen houdingen. Bij elk van de analyses bleek ook dat de invloed van ouderlijke kenmerken een belangrijke rol blijft spelen.

Literatuurverwijzing: Bekkers, R., Hooghe, M., & Stolle, D. (2004). Lange termijneffecten van jeugdparticipatie: persistente effecten van deelname aan jeugdverenigingen in Nederland en de Verenigde Staten.

Omschrijving