Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Op zoek naar een geknipt wervingskanaal (2015)

Yuwa is familie

63 jaar geleden is Yuwa opgezet door de ouders van Resi als judoschool. Inmiddels is het een Fitvakpreventiecentrum. Yuwa, dat vriendschap betekent, hebben ze hoog in het vaandel staan. Evenals respect en de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Erg bijzonder en succesvol binnen het sportcentrum is het leefstijlcafé: een gezellig en knus café waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. In plaats van alles maar groter en groter te maken hebben ze er een aantal jaar geleden bewust voor gekozen om alles, dus ook de trainingszalen, juist kleiner en daarmee knusser te maken. Ook bijzonder is dat binnen Yuwa de medewerkers alle namen van de leden kennen en precies weten wie waarvoor komt. De persoonlijke benadering en het uitdelen van schouderklopjes werkt ontzettend goed.

Sinds een jaar of vier zet Yuwa een nieuw concept ‘leefstijlclub’ neer. Hiermee willen ze uitstralen dat ze met een bredere doelgroep werken, met name mensen die te weinig of niet bewegen en speciale doelgroepen. ‘Een Sportimpuls aanvraag met de interventie Fitness 2.0 paste hier goed bij’, zegt Resi.

Fitness 2.0 is ook voor deelnemers in een scootmobiel

Het project ‘Zuidwest Samen in Beweging!’, op basis van de interventie Fitness 2.0, is bedoeld voor iedereen boven de 18 die niet of (te) weinig beweegt. Na een eerste intake en een fitheidscheck stromen de deelnemers in in het ‘START programma’. Hier maken de deelnemers drie maanden lang tweemaal per week in kleine groepjes kennis met verschillende beweegvormen en wordt voornamelijk aan de basisconditie gewerkt. Het aanbod heeft Yuwa zelf ontwikkeld, afgestemd op de jarenlange ervaring met de doelgroep. Resi vertelt: ‘Het is heel laagdrempelig als je eenmaal de drempel van onze deur over bent. Er is een grote variatie in niveaus. We hebben bijvoorbeeld vijf versies per oefening, zodat iedereen kan meedoen. Er doet zelfs iemand mee met een scootmobiel!’

Het tijdsbestek van drie maanden is lang genoeg voor deelnemers om te wennen en om resultaat te zien. Succesfactor hierbij is ook dat drie maanden te overzien is voor deelnemers. Bovendien zitten ze nergens aan vast en dat vinden ze fijn. De meeste deelnemers blijken na drie maanden er nog niet klaar voor te zijn om door te stromen naar het reguliere aanbod. Zij kunnen kiezen voor een tweede traject van drie maanden. Resi vertelt: ‘Als we dan zien dat ze er klaar voor zijn nodigen we ze uit voor een iets pittigere groep of een andere les. Ze hebben dan inmiddels zoveel vertrouwen in zichzelf en in jou als trainer, dat ze, ook al vinden ze het nog steeds spannend, weer een stap durven te nemen. Kleine stapjes nemen is de sleutel voor deze doelgroep!’

Resi vindt het overigens belangrijk dat deelnemers bijdragen in de kosten. Voor de intakes en de metingen hebben ze vouchers beschikbaar gesteld, maar het programma betalen de deelnemers (deels) zelf. Een groot gedeelte kan wel aanspraak maken op korting dankzij de Haagse Ooievaarspas. Deelnemers mee laten betalen is een bewuste keuze: ‘Het moet ook niet goedkoper zijn, anders stoppen mensen na het project, omdat ze dan alles te duur vinden’.

Werving is out of the box denken

Bij de start van het project is huis aan huis in de gehele wijk een leefstijlkrant verspreid, met helaas 0 resultaat. Deze doelgroep blijkt niet op eigen initiatief te komen. ‘Als je heel diep in die bank gezakt zit, kom er dan maar eens uit. Dat lukt niet met een foldertje.’ Ondanks dat het contact goed is, verloopt de doorverwijzing vanuit huisartsen en fysiotherapeuten helaas ook moeizaam. ‘Voor jou staat het project bovenaan je lijstje, maar zij hebben het zo druk en dan is jouw project één van de 100 of misschien wel 1000 dingen die aandacht vragen’. Ook zijn er tot nu toe nog geen deelnemers via één van de betrokken sportverenigingen of de buurtsportcoach binnen gekomen. De buurtsportcoach is erg enthousiast, maar zit in de wijk Moerwijk. ‘Voor deze doelgroep is die afstand gewoon te groot. Dit geldt overigens ook voor de verenigingen. Bovendien hebben zij zelf al veel moeite met deelnemers te werven en binnen te houden.’

Wat werkt dan wel? ’Wat we merken is dat doorverwijzing via diëtistes goed werkt. Zij zien ons niet als concurrent. Immers, als mensen meer gaan bewegen behalen zij ook meer resultaat. Je versterkt elkaar dus. We zullen ons daarom nog meer gaan richten op de diëtistes.’ Ook blijkt mond-op-mond reclame goed te werken. Inmiddels zijn er vanuit het project al meerdere ‘ambassadeurs’ voortgekomen, zoals een wijkverpleegkundige die aan het traject heeft meegedaan en het nu promoot door erover te schrijven en erover te vertellen in haar netwerk.

En verder? ‘Bij deze doelgroep moet je ‘out of the box’ denken. De partners waarvan we dachten dat het zou werken hebben allemaal geen tijd’. Resi gaat daarom nu bijvoorbeeld kappers in de wijk benaderen. ‘Zij hebben tijd om met mensen in gesprek te gaan. Hoe ik het ga vormgeven weet ik nog niet precies. Het moet in ieder geval voor beide partijen een win-win situatie worden. Ik denk aan een vergoeding per doorverwijzing of het organiseren van een workshop over het voorkomen van lichamelijke klachten in het kappersvak.’

Resultaten tot nu toe

Het project loopt nu bijna een jaar en er zijn inmiddels acht wekelijkse START groepen. In totaal zijn er 70 mensen ingestroomd in het programma. Hiervan zijn reeds 20 mensen doorgestroomd en betalend lid geworden.

De individuele resultaten vindt Resi het mooist: ‘Door twee keer in de week in een kleine groep aan de slag te gaan, voelen deelnemers zich na een maand al helemaal anders. Echt ongelofelijk! Ik weet dat het zo is, maar ben verbaasd over hoe snel dat gaat en wat een enorm effect het is. Het werkt echt! Na twee weken komen deelnemers er al achter dat het helemaal niet zo slecht met hen gesteld is, dat ze meer kunnen dan ze dachten. Ze krijgen zelfvertrouwen en steeds meer plezier in bewegen. Ook krijgen ze onderling een mooie band en vangen elkaar op daar waar nodig.”

Afsluitend

Al met al is Resi tevreden over het verloop van het project tot nu toe. Als succesfactoren noemt ze enthousiasme, persoonlijk contact, creativiteit en volhouden. Ze licht toe: ‘Je krijgt de subsidie niet voor niks. Die krijg je alleen toegewezen als er echt een probleem ligt. Je moet doorzetten en volhouden en blijven gaan en je niet uit het veld laten slaan. Blijf altijd creatief en in gesprek met andere partijen.’

Literatuurverwijzing: Beck, R., Daalder, N., & Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) (2015). Op zoek naar een geknipt wervingskanaal. Fit!Magazine, november 2015.

Omschrijving

  • Jaar:
    2015
  • Plaats:
    Ede
  • Uitgever(s):
    Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB)
  • Mediumsoort:
    Online artikel
  • Trefwoord(en):