Optimizing exercise-induced vascular adaptations in type 2 diabetes (2014)

Hoofdstuk 1 van dit proefschrift geeft een introductie voor wat betreft diabetes mellitus, haar pathofysiologie, en enkele complicaties die met deze ziekte in verband worden gebracht. De rol die training hierbij speelt wordt beschreven, en in het bijzonder de mogelijkheid om via training de vaatfunctie en -structuur te verbeteren. Daarnaast worden verschillende mogelijkheden aangedragen om de positieve effecten van training te optimaliseren. In hoofdstuk 2 wilden de onderzoekers in kaart brengen wat de impact is van een levenslange actieve levensstijl, door fysieke fitheid, cardiovasculair risico, en vasculaire functie te vergelijken tussen diabetespatiënten die hun hele leven actief zijn geweest, inactieve diabetespatiënten, en gezonde controles. In hoofdstuk 3 is gekeken naar de impact van Endotheline-blokkade op de doorbloeding tijdens inspanning, en op de endotheelfunctie voor en na inspanning bij diabetespatiënten en gezonde controles. In hoofdstuk 4 bestudeerden de onderzoekers het effect van een 8-weken durend trainingsprogramma gecombineerd met Endotheline-blokkade of een placebo op de vaatfunctie, fitheid, en glucosehuishouding bij diabetespatiënten. Hoofdstuk 5 richt zich op tijdsafhankelijke aanpassingen in vaatfunctie en vaatstructuur na training bij diabetespatiënten en controles van middelbare leeftijd. Ze bekeken het lokale en systemische effect van training op de wanddikte van de Arteria Femoralis Superficialis, de Arteria Brachialis, en de Arteria Carotis Communis van diabetespatiënten en controles in hoofdstuk 6. Het doel van hoofdstuk 7 was om het effect van hypoxische training op fysieke fitheid, vaatfunctie, en insulinegevoeligheid van diabetespatiënten te vergelijken met de effecten van normoxische training. In hoofdstuk 8 richten de onderzoekers zich verder op de shear stimulus, en ze bestuderen of de invloed van oplopende niveaus van retrograde shear op de endotheelfunctie bij gezonde mannen verschilt tussen vaten die gevoelig of juist ongevoelig zijn voor atherosclerose. In hoofdstuk 9 gaat men dieper in op de uitkomsten van de studies en geeft men een overzicht van de implicaties van deze uitkomsten. Ze bediscussiëren toekomstig onderzoek, kijken naar de samengenomen data van de verschillende studies, en proberen de vraag te beantwoorden hoe training voor diabetespatiënten geoptimaliseerd kan worden.