Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Persoonlijke depressie netwerken (2016)

onderzoek naar verschillen in verloop van depressie bij sporters en niet-sporters

Auteur(s): Lotte Broersen

Over het algemeen wordt depressie geconceptualiseerd binnen het reflectieve model, waarbij depressie als latente variabele wordt gezien die de oorzaak is van de observeerbare symptomen. Eerder onderzoek die zich baseerde op dit model, duidde op een positieve relatie tussen sport en depressie maar kon niet uitwijzen waarom sporters minder kans hebben om depressief te worden. Door gebruik te maken van het netwerkmodel, waarbij depressie wordt gezien als systeem van symptomen die invloed op elkaar uitoefenen, kan deze relatie verder worden onderzocht. Met behulp van onderzoek op symptoom niveau kan worden toegelicht welke depressiesymptomen invloed uitoefenen op sporters. Het doel van deze studie is om het verschil in verloop van depressie in kaart te brengen tussen sporters en niet-sporters. Deelnemers hebben zeven keer per dag gedurende 15 opeenvolgende dagen een korte depressievragenlijst ingevuld, voor het uitvoeren van een tijdseries onderzoek. Met behulp van de verkregen data zijn netwerken geconstrueerd, die vervolgens werden geanalyseerd aan de hand van drie centraliteitsmaten: strength, betweenness en closeness. Uit de resultaten bleek dat de netwerken verschilden; bij de sporters (N = 7) namen andere items een centrale rol in binnen het netwerk dan bij de niet-sporters (N = 10). Deze studie heeft uitgewezen dat onderzoek dat gebaseerd is op het netwerkmodel, kan bijdragen aan het in kaart brengen van de relatie tussen sport en depressie. 

Literatuurverwijzing: Broersen, L. (2016). Persoonlijke depressie netwerken: onderzoek naar verschillen in verloop van depressie bij sporters en niet-sporters. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Omschrijving