Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap is zinvol (2016)

Ter ondersteuning van het beleid is het onder andere belangrijk om meer inzicht te krijgen in wetenschappelijk onderbouwde kennis: Welke effecten hebben sport en bewegen op mensen met een handicap? En welke praktische vragen leven er in de praktijk?

Deze vraagstukken heeft het NIVEL in opdracht van het ministerie van VWS onderzocht en gepubliceerd in ‘Kennissynthese Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap: zinvol en effectief? (Leemrijse en Schoenmaker, NIVEL, januari 2016)

Positieve effecten van sport en bewegen

Het onderzoek laat zien dat ook in de wetenschappelijke literatuur aanwijzingen zijn dat sport en bewegen voor mensen met een handicap positieve effecten heeft.

Vooral beweegvormen waarbij kracht en conditie worden getraind, lijken positieve effecten te hebben. Zowel meer aandoening-specifieke klachten als verminderde spierkracht of balans kunnen gunstig worden beïnvloed. Dat geldt ook voor algemene gezondheidsaspecten die een indirect gevolg zijn van de handicap, zoals verminderde conditie. Het stimuleren van bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap is relevant omdat zij een groter risico lopen om inactief te worden dan mensen zonder handicap. Inactiviteit verhoogt ook voor mensen met een handicap de kans op overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten en depressie en versterkt de (bijkomende) symptomen van de handicap, zoals verminderde spierkracht, conditie, botdichtheid en bewegingsvaardigheden (1).

In het onderzoek is om verschillende redenen een keuze gemaakt voor een beperkt aantal ‘typen’ lichamelijke handicaps (1). Voor alle typen zijn in gecontroleerd effectonderzoek positieve effecten van sport en bewegen gevonden. Alleen voor kleine mensen zijn geen gecontroleerde studies gevonden. Opvallend is wel dat veel onderzoek naar sport voor mensen met een lichamelijke handicap is uitgevoerd vanuit een ‘therapeutische’ gedachte. Er is weinig gecontroleerd onderzoek opgezet vanuit het idee dat sport gewoon leuk mag zijn en relevant is om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. Er is wel vergelijkend onderzoek waaruit blijkt dat sporters met een handicap een betere kwaliteit van leven hebben en meer deelnemen aan de maatschappij dan mensen met een handicap die niet sporten. Uit dit soort onderzoek kan echter niet worden geconcludeerd dat deze verschillen worden veroorzaakt door het sporten of dat er andere dingen een rol spelen. Het zou goed zijn dit nader te onderzoeken.

Praktische tips voor het sportaanbod

Voor het stimuleren van sport en bewegen en het ontwikkelen van een passend sportaanbod is kennis over de doelgroep en over omgang met de doelgroep van belang. Vanuit diverse documenten en het werkveld zijn al verschillende praktische tips beschikbaar voor het begeleiden van sporters met een handicap. Helaas is deze kennis vaak verspreid over verschillende bronnen. In de kennissynthese van het NIVEL werden de tips verzameld en zijn aan ervaringsdeskundigen aanvullingen gevraagd.

Dat leverde een mooi overzicht op van verschillende tips en aanbevelingen. Sommige zijn heel specifiek voor een bepaald type handicap. Vaak is ook de onderliggende aandoening van een sporter voor het (leren) bewegen minder relevant. Een belangrijke algemene aanbeveling die naar voren kwam is om vooral uit te gaan van de mogelijkheden van mensen en niet van hun beperkingen. Dus ‘gewoon sporten waar het gewoon kan, en aangepast waar het moet’.

Belangrijke aanbevelingen voor trainers en begeleiders zijn verder om vooral goed te overleggen met de sporter zelf wat hij of zij wil, kan en mag en welke hulp nodig en gewenst is. Bij mensen met een ernstige handicap is het belangrijk om eerdere sportervaring en eventueel specifieke (gezondheids)risico’s in kaart te brengen. Veel sportbonden bieden specifieke scholingen en de Academie voor Sportkader biedt een bijscholingsaanbod voor diverse typen beperkingen. Ook is het aan te bevelen om contact te zoeken met trainers die ervaring hebben met de doelgroep.

Hieronder vindt u een kleine greep uit de beschreven tips per type handicap. In dit document zijn de aanbevelingen uit het rapport per handicaptype beschikbaar.

Mensen met cerebrale parese

  • Bouw de training langzaam op;
  • Trainen van coördinatie en balans is belangrijk;
  • Variatie in snelheid en uitvoering van oefeningen is belangrijk;
  • Houdt rekening met (optredende) spasticiteit: als dit lastig is tijdens het sporten, raadpleeg dan een deskundige (fysiotherapeut, arts);
  • Ademhalingstraining kan spasticiteit verminderen;
  • Voorkom te sterke vermoeidheid.

Op Sportzorg staan meer tips en een brochure over cerebrale parese.

Mensen met een dwarslaesie

  • Voor rolstoelzaalsporten is een zaal met een houten vloer beter, omdat met name linoleum vloeren het rollen zwaarder maken;
  • Het is belangrijk om een goede warming up te doen, zo goed mogelijk bewegingsuitslag (rekken en strekken), spierkracht, balans, conditie;
  • Er is aandacht nodig voor de positie en de houding bij het uitvoeren van de bewegingen, omdat mensen die niet altijd zelf goed kunnen voelen.

Mensen met een amputatie

  • Pas op voor (risico’s op) stoten en een harde ondergrond;
  • Een goed passende prothese is essentieel. Voor zwemmen bestaan er speciale zwemprothesen;
  • Wees alert op overbelasting van het andere been.

Mensen met een visuele handicap

  • Probeer zelf de sportactiviteiten uit met een geblindeerde bril, om te ervaren hoe het is om te blind/slechtziend te sporten;
  • Noem bij het aanspreken van de sporter iedere keer zijn naam, zodat duidelijk is dat hij wordt aangesproken;
  • Overleg met de sporter of en waarmee hij hulp wil hebben, welke aanpassingen nodig zijn en welke attributen kunnen helpen.

Mensen met een auditieve handicap

  • Zorg dat je altijd in het gezichtsveld staat van de sporter met een auditieve handicap;
  • Leer een aantal basisgebaren die in veel sportsituaties voorkomen;
  • Doe dingen voor.

Referenties

  1. Leemrijse, C.J., Schoenmakers, T.M. Kennissynthese Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap: zinvol en effectief? Utrecht: NIVEL 2016.

Literatuurverwijzing: Leemrijse, C.J., Duijf, M.J.W., & Berg, L. van den (2016). Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap is zinvol. Kenniscentrum Sport en NIVEL.

Omschrijving