Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Tussenevaluatie sportconvenant (2004)

hoe moet het verder met het sportconvenant?

Op 8 juni 2000 werd het convenant voor energie en milieu voor zwembaden, sporthallen en kunstijsbanen ondertekend (hierna genoemd: sportconvenant). Het sportconvenant heeft tot doel besparingen te realiseren op energie-, water-, afval- en chemicaliëngebruik. Tevens beoogt het een stijging te realiseren van duurzaam energieverbruik en duurzaam bouwen door zwembaden, sporthallen en kunstijsbanen in heel Nederland. Het is de bedoeling dat ten minste 80 procent van de sport- en recreatieaccommodaties deelneemt aan het convenant. Vier jaar na ondertekening bevindt de uitvoering van het sportconvenant zich in een precaire situatie. Slechts 25 procent van de totale doelgroep neemt deel. Het aantal deelnemers is volgens de betrokken partijen onvoldoende. Daarnaast blijkt de mate van participatie van de deelnemende accommodaties te laag. De vraag is gesteld ‘hoe moet het verder met het sportconvenant?’. Ter beantwoording van deze vraag is een evaluatie verricht die de drijfveren bij accommodaties voor deelname aan het convenant inzichtelijk moet maken. De resultaten van de evaluatie worden in deze publicatie gepresenteerd.

Literatuurverwijzing: Gijssel, A. van, & Raaf, A. de (2004). Tussenevaluatie sportconvenant: hoe moet het verder met het sportconvenant?. Deventer: B&A Groep bv.

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier instituut RUIM-TB-0015 Beschikbaar

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving