Spring naar content

Wandelen en fietsen gezond, maar letsel ligt op de loer

Nederlanders wandelen en fietsen veel. Driekwart van de Nederlanders wandelt wekelijks en twee derde fietst wekelijks. Wandelen en fietsen helpen om voldoende te bewegen en zo te voldoen aan de beweegrichtlijnen. Dat is goed voor de gezondheid én draagt bij aan een duurzame samenleving. Tegelijkertijd blijkt uit nieuwe cijfers dat wandelen en fietsen niet zonder risico is. 

Risico’s op ongevallen

Nieuw onderzoek van het RIVM laat zien dat jaarlijks 2% van de bevolking gewond raakt door een val op straat en nog eens 2% door een fietsongeluk. Van alle wandelaars en fietsers die letsel oplopen, komt 15% terecht op de Spoedeisende Hulp. Van de overige letsels wordt 25% behandeld door een huisarts of andere hulpverlener, terwijl 60% helemaal niet behandeld wordt. Hoewel de niet-behandelde verwondingen meestal niet ernstig zijn, veroorzaken ze wel hinder. Een kwart van deze groep kan minimaal één dag de dagelijkse bezigheden niet uitvoeren, zoals naar werk, school of sport gaan, of het huishouden doen.

Jongeren en ouderen op elektrische fiets lopen meeste risico

Jongeren lopen het vaakst letsel op door een val op straat of een fietsongeval. Ook gebruikers van een elektrische fiets hebben een grotere kans op een ongeluk, vooral mensen boven de 50 jaar. Onoplettendheid, afleiding en de staat van de weg spelen vaak een rol. VeiligheidNL sprak deze week zelfs over een recordaantal 65-plussers dat op de Spoedeidende Hulp belandt na een val. 

Gezond en veilig fiets- en wandelgedrag

Wandelen en fietsen zijn gezond doordat het bijdraagt aan een actieve leefstijl. Dit blijven doen is dan ook belangrijk. De gezondheidsvoordelen kunnen toenemen als het risico op letsel afneemt. Daarom is het van belang om beleid gericht op veilig fiets- en wandelgedrag voort te zetten en waar mogelijk uit te breiden. Onder meer aandacht voor bewegen, een betere motoriek en balans kunnen helpen het valrisico te verlagen en daarmee de kans op letsel verkleinen.

Valrisico senioren verlagen

Sport en bewegen verbeteren de balans, afhankelijk van de wijze en intensiteit van het bewegen. Met name bal- en racketsporten zijn hier geschikt voor. Ook verbetert het de motorische vaardigheden die valrisico beperken, zoals een stabiel looppatroon en snel en adequaat reageren bij struikelen. Bovendien draagt bewegen bij aan het verbeteren van de spierkracht en kan bewegen de gevolgen van een val beperken. Zo leiden botversterkende activiteiten tot een hogere botdichtheid, wat de kans op een botbreuk verlaagt. Ook helpen oefeningen om minder ongelukkig te vallen en om zonder hulp op te kunnen staan na een val.

Valpreventie is een van de belangrijke onderdelen van Vitaal Ouder worden in het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Voor gemeenten zijn er voor de Ketenaanpak Valpreventie via de Brede SPUK-regeling financiële middelen beschikbaar voor de lokale organisatie, valpreventieve beweeginterventies in het sociaal domein en structureel beweegaanbod om structureel bewegen voor senioren mogelijk te maken.

De volledige analyse en risico’s voor specifieke doelgroepen bij wandelen en fietsen lees je in het rapport van het RIVM