Sport- en beweeggedrag naar sociaaleconomische positie
De sociaaleconomische positie (SEP) van mensen hangt samen met hun sport- en beweegdeelname. Mensen in een lage SEP ervaren vaker beperkingen om te gaan sporten. Het verschil in sport- en beweeggedrag tussen mensen in een lage en hoge SEP zie je in de infographics Sport- en beweeggedrag naar sociaaleconomische positie, uitgesplitst in Jeugd, Volwassenen en Senioren.
Bekijk hier de verschillen
Bekijk hier het verschil in beweeggedrag tussen mensen in een lage en in een hoge sociaaleconomische positie (Jeugd, Volwassenen, Senioren).
Lage SEP: vaker beperkingen
4,6 procent van de volwassenen tussen 26 en 64 jaar bevindt zich in een lage SEP. Bij senioren (65 jaar en ouder) is dit 8,3 procent. Mensen in een lage SEP ervaren vaker beperkingen om te gaan sporten, zoals bijvoorbeeld betaalbaarheid, chronische aandoening(en) of gebrek aan sociaal contact bij de sport.
Definitie lage en hoge SEP
Tot die lage SEP-groep in de infographics over volwassenen en senioren scharen we mensen met een praktische opleiding en een laag inkomen. Als praktische opleidingen beschouwen we basisonderwijs, vmbo en mbo. Een laag inkomen: de laagste twintig procent van alle huishoudinkomens. Tot de hoge SEP-groep behoren mensen met een theoretische opleiding (hbo en wo) en een huishoudinkomen behorend tot de hoogste twintig procent.


Sluit aan op de leefwereld
Mensen met verschillende achtergronden hebben verschillende gewoonten en ontwikkelen daardoor andere sport- en beweegbehoeften. Daarom is het voor beleidsadviseurs en overige professionals zaak om aan te sluiten op hun leefwereld.
Meer informatie of ondersteuning?
Maureen Ros
Specialist
Als specialist Beweeggedrag richt ik mij op de effecten van bewegen in het algemeen en specifiek voor mensen met een chronische aandoening. Daarnaast houd ik mij bezig met het toepassen van kennis over effecten van bewegen om mensen te stimuleren meer te bewegen. Tot slot zet ik mij in om de samenwerking tussen zorg- en sportprofessionals te verbeteren.


Joep Goessens
Specialist
Mensen die niet bewegen, aan het bewegen zien te krijgen, is complexer dan het klinkt. Je kunt nu eenmaal niet aan een knopje draaien om het voor elkaar te krijgen. In mijn ervaring hangt de slagingskans af van de mensen zelf en van de mensen die ze kunnen helpen, zowel uitvoerders als beleidsmakers. Ik vind het mooi om zo goed mogelijk te vertellen wat er nodig is, hoe het ook kan en wat het belang is van samenwerking tussen bijvoorbeeld sport, welzijn, zorg en beleid. In mijn rol richt ik me op volwassenen, mentale gezondheid en samenwerken.
Misschien ook interessant:
Jeugd in armoede: cijfers, beleid en praktijk
De overzichtspagina ‘Jeugd in armoede: cijfers, beleid en praktijk’ geeft jou als beleidsadviseur of prakijkprofessional inzichten en handvatten om kinderen en jongeren in kwetsbare situaties te ondersteunen, zodat ook zij kunnen profiteren van de positieve effecten van sport en bewegen.
Handreiking Senioren in beweging: van beleid naar praktijk
Ontdek in deze handreiking waarom voldoende bewegen belangrijk is voor senioren. Daarbij krijg je inspiratie en praktische handvatten waarmee je senioren zowel vanuit beleid als praktijk helpt meer te bewegen.