Spring naar content
Naar alle interventies

Sociaal Vitaal en Sociaal Vitaal in Kleur

Om fysieke fitheid te verbeteren en eenzaamheid te verminderen bestaat het Sociaal Vitaal programma uit vier onderdelen, te weten (1) de werving van deelnemers, (2) het screenen op fysieke fitheid en eenzaamheid, (3) het aanbieden van een interventie waarin beweegactiviteiten worden gecombineerd een training van fysieke -, mentale -, sociale – en mentale weerbaarheid, gezondheidsvoorlichting en zelfmanagement oefeningen, en (4) de borging van de Sociaal Vitaal groepen. Voor de uitvoering is een handboek en bijlagen beschikbaar met specifieke documenten en protocollen. Sociaal Vitaal is theoretisch onderbouwd interventie. Hierbij is gebruik gemaakt van kennis en inzichten in de oorzaken van fysieke kwetsbaarheid en eenzaamheid, de toepassing van werkingsmechanismen om deze oorzaken aan te pakken en onderzoek te doen naar de werking ervan. Onderzoek naar Sociaal Vitaal en Sociaal Vitaal in Kleur heeft een aantoonbaar toename in fysieke fitheid en afname in eenzaamheid opgeleverd.

Naast het programma Sociaal Vitaal voor senioren met een Nederlandse achtergrond, is er een aangepaste versie van het programma voor senioren met een migratieachtergrond ontwikkeld. De aanpak van Sociaal Vitaal in Kleur is op vier onderdelen aangepast aan de doelgroep senioren met een migratieachtergrond. In de eerste plaats is 55 jaar en ouder als leeftijdsgroep voor Sociaal Vitaal in Kleur aangehouden. In de tweede plaats worden senioren met een migratieachtergrond via het eigen migratienetwerk, zoals ontmoetingsgroepen, netwerkcontacten en de eerstelijnsinstellingen geworven. In de derde plaats is het programma inhoudelijk aangepast aan de culturele gewoonten en wensen van de senioren met een migratieachtergrond. Tot slot wordt vanwege het lage inkomen van de deelnemers met een migratieachtergrond geen eigen bijdrage gevraagd.

De aard van het probleem

De interventie richt zich op de toename van fysieke fitheid en de afname van eenzaamheid bij ouderen van 65-85 jaar
Aantasting van fysieke fitheid bij ouderen komt tot uitdrukking in afname van spierkracht, uithoudingsvermogen, coördinatievermogen (bijv. verminderd balansvermogen) en afname van het cognitieve vermogen (bijv. reactiesnelheid). (Shephard, 1997; Donat Tuna et al., 2009; Langhammer et al, 2018) Afname van fysieke fitheid wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren zoals veroudering, toename van chronische aandoeningen en fysieke beperkingen, lage sociaal economische status, het voorkomen van eenzaamheid, angst en depressie. (Jenkin et al., 2017) Mede als gevolg van de afname van fysieke fitheid neemt ook de motivatie om te bewegen af en ontstaat er een tekort aan energieverbruik door te weinig bewegen. Door een spiraalwerking leidt bewegingsarmoede tot een verdere afname van fysieke fitheid, een toename van chronische aandoeningen en aantasting van zelfredzaamheid. Ook stijgt het risico op vroegtijdig overlijden.

Om de spiraalwerking in de afname van fysieke fitheid te doorbreken wordt in deze interventie spierkracht, uithoudingsvermogen en coördinatievermogen getraind. Om de motivatie om te blijven bewegen te stimuleren wordt plezier in bewegen door middel van het groepsgewijs aanbieden van spel- en sportoefeningen bevorderd.

In de tweede plaats richt de interventie zich op de afname van eenzaamheid. Eenzaamheid wordt aangeduid als ‘ het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. (van Tilburg & de Jong Gierveld, 2007) Eenzaamheid is daardoor een mismatch tussen het gewenste en werkelijke aantal sociale contacten en de kwaliteit ervan. Eenzaamheid wordt onderverdeeld in sociale- , emotionele – en existentiële eenzaamheid. (Bouman & van Tilburg 2020; Jorna 2012) Sociale eenzaamheid is gerelateerd aan het gemis van een betekenisvolle relatie met een bredere groep mensen. Emotionele eenzaamheid is het gemis van een hechte band en een intieme relatie met anderen. Existentiële eenzaamheid verwijst naar een gevoel van zinloosheid zoals bijv. het gevoel er niet toe te doen. Oorzaken van eenzaamheid bij ouderen zijn het gebrek aan sociale en gezondheidsvaardigheden, gezondheidsproblemen in combinatie met fysieke beperkingen, veranderingen in de leefsituatie zoals echtscheiding, het overlijden van een partner, familieleden en vrienden, het uiteenvallen van sociale netwerken, individualisering in de samenleving, armoede en discriminatie als gevolg van migratieachtergrond of seksuele identiteit. Eenzaamheid, in het bijzonder chronische eenzaamheid, bevordert het ontstaan van hart- en vaatziekten, fysieke en psychische klachten zoals angst en depressie , aantasting van het immuunsysteem door de negatieve werking van cytokines, en de kans op vroegtijdig overlijden.(Uchino 2006; Cacioppo et al., 2015; Santini et al., 2016)

Om sociale – en emotionele eenzaamheid te verminderen wordt in deze interventie gewerkt aan het verminderen van negatieve gedachten door sociaal cognitieve training , het verbeteren van sociale vaardigheden om sociaal contact te maken en te onderhouden, het vergroten van het sociale netwerk van de deelnemers door deelname aan de beweegroep Sociaal Vitaal, het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde door het versterken van zelfvertrouwen, zodat deelnemers beter voor zichzelf leren opkomen en het verbeteren van de fysieke weerbaarheid door lichaamsbewustzijn te bevorderen en deelnemers te leren zich zelfverzekerder fysiek te manifesteren.

De spreiding van het probleem

In 2021 heeft in Nederland ongeveer 22% van alle senioren van 65 jaar en ouder) een gebrekkige fysieke fitheid en voldoet 58% van de senioren van 65 jaar en ouder niet aan de beweegrichtlijnen (CBS 2021; RIVM 2023). In de leeftijdsgroep 65-75 jaar is 41.2% eenzaam en bij 75 jaar en ouderen is 46.3% eenzaam.(CBS 2022).

Het gebrek aan fysiek fitheid en eenzaamheid, is ongelijk verdeeld in de Nederlandse samenleving: ongeveer twee derde is vrouw, ruim de helft heeft een migratieachtergrond en 40% heeft een lage sociaal economische status. Een lage sociaal economische status en een migratieachtergrond leidt ertoe dat een lage fysieke fitheid en eenzaamheid al op jongere leeftijd (vanaf 55 jaar) ontstaat waardoor de levensverwachting bij deze groepen 6-7 jaar lager is. Bovendien is het aantal jaren dat doorgebracht wordt in slechte gezondheid 16 tot 19 jaar hoger is vergeleken met mensen met een hogere sociaal economische status. (Franse et al.,2018; Kim et al.,2019) De relatief hoge prevalentie van een lage fysieke fitheid en eenzaamheid bij de genoemde risicogroepen hangt samen met leefstijlkenmerken eh gezondheidsvaardigheden. Zo is 77% van de senioren met een migratieachtergrond onvoldoende lichamelijk inactief, terwijl gemiddeld in Nederland 58% in deze leeftijdsgroep te weinig beweegt (CBS 2021). En is 39% van de Nederlandse ouderen eenzaam , terwijl 64% ouderen met een migratieachtergrond eenzaam is. (CBS 2022)

Sociaal Vitaal richt zich op zelfstandig wonende senioren die volgens de WHO norm onvoldoende lichamelijk actief zijn, fysiek kwetsbaar zijn, een laag inkomen hebben (onder 110% van het minimum inkomen), die zich sociaal en of emotioneel eenzaam voelen en te weinig weerbaarheid hebben om te kunnen omgaan met veroudering. Sociaal Vitaal richt zich op senioren in de leeftijdsgroep van 65-85 jaar.

De aanpak van Sociaal Vitaal in Kleur is op vier onderdelen aangepast aan de doelgroep senioren met een migratieachtergrond. In de eerste plaats is 55 jaar en ouder als leeftijdsgroep voor Sociaal Vitaal in Kleur aangehouden. In de tweede plaats worden senioren met een migratieachtergrond door sleutelpersonen via het migratienetwerk geworven, zoals ontmoetingsgroepen, netwerkcontacten en de eerstelijnsinstellingen. In de derde plaats is het programma inhoudelijk aangepast aan de culturele gewoonten en wensen van de senioren met een migratieachtergrond. Tot slot wordt vanwege het lage inkomen van de deelnemers geen eigen bijdrage gevraagd.

Er zijn geen intermediaire doelgroepen.

Hoofddoel

De hoofddoelen van Sociaal Vitaal zijn dat de deelnemers na afloop een betere fysieke fitheid hebben en minder eenzaamheid ervaren.

Subdoel

Subdoelen van de verbetering van fysieke fitheid (hoofddoel 1) zijn toename en behoud van lichamelijke activiteit (subdoel 1.1 en 1.2) en afname van kwetsbaarheid (subdoel 1.3)

Het subdoel van de vermindering van eenzaamheid (hoofddoel 2) is de toename van fysieke, emotionele, sociale en mentale weerbaarheid (subdoel 2.1). In onderstaande tabel zijn de hoofddoelen en subdoelen van Sociaal Vitaal en Sociaal Vitaal in Kleur SMART geformuleerd.

Zie tabel 1 in de bijlage op pagina 9.

Opzet van de interventie

De totale duur van het project Sociaal Vitaal is 18 maanden en kan worden onderverdeeld in drie fasen, te weten een voorbereidingsfase van 3 maanden, een uitvoeringsfase van 12 maanden en een borgingsfase van 3 maanden. In de praktijk wordt vaak gestart met een verkenningsfase om uit te zoeken of een Sociaal Vitaal of Sociaal Vitaal in Kleur project uitvoerbaar is gelet op de randvoorwaarden. De opzet van de uitvoering van Sociaal Vitaal is in hoofdlijnen uitgewerkt in figuur 1.

Sociaal Vitaal programma wordt wekelijks aangeboden, met uitzondering van de schoolvakanties. In totaal vinden er 30 bijeenkomsten plaats waarin het beweegprogramma de basis vormt. De beweeglessen duren 60 minuten en bestaan uit 10 minuten warming up, 20 minuten trainen van fitheidseigenschappen, 20 minuten spel en sportoefeningen en 10 minuten cooling down. De weerbaarheidstrainingen duren per les ook 60 minuten en hebben een specifiek oefenschema waarbij in spelvorm aan een van de vier weerbaarheidsthema’s wordt gewerkt. Ook in deze lessen wordt begonnen met een warming up en afgesloten met een cooling down. Er wordt een rooster gemaakt van 30 bijeenkomsten gemaakt waarin alle beweeglessen, weerbaarheidstrainingen, gezondheidsvoorlichtingen en zelfmanagement trainingen zijn gepland.

Zie figuur 1 in de bijlage op pagina 11.

Locaties en Uitvoering

Sociaal Vitaal kan, afhankelijk van de omvang van de doelgroep, in een of meerdere wijken/dorpen van een gemeente uitgevoerd worden. In de praktijk worden ook wel meerdere projecten tegelijkertijd worden uitgevoerd. In dat geval worden niet 1000-1400 senioren per brief benaderd maar veelvoud daarvan, bijvoorbeeld 3000-4200 senioren.

In de praktijk kunnen gemeenten, huisartsen, welzijnsinstellingen, lokale sportorganisaties, provinciale sportorganisaties, buurtsportcoaches, NOOM en de stichting GALM het initiatief nemen om Sociaal Vitaal projecten uit te voeren.

Voor de uitvoering van Sociaal Vitaal projecten wordt lokaal een projectgroep samengesteld waarin de gemeente, de lokale welzijnsinstelling, de thuiszorg, buurtsportcoach(es), de GGD, praktijkondersteuners (POH), wijkverpleegkundige, de buurt – of dorpsvereniging, de provinciale sportraad, de stichting GALM en vertegenwoordigers van lokale zelforganisaties van migranten en het NOOM worden betrokken.

Voor de uitvoering van het programma zijn zalen nodig waarin 15-20 mensen kunnen bewegen. Bij voorkeur wordt een gymzaal of sporthal gebruikt. Maar het is ook mogelijk om buurthuizen, kerkgebouwen, verzorgingshuizen, sportkantines, oefenzalen van fysiotherapeuten of ziekenhuizen de lessen aan te bieden.

Er is door de stichting GALM een implementatie strategie ontwikkeld om Sociaal Vitaal op landelijk niveau uit te voeren. Allereerst is er een preselectie van gemeenten in Nederland gemaakt die, op basis van regionale gezondheid scans van de GGD ’s, in aanmerking komen voor Sociaal Vitaal. Vervolgens worden gemeenten benaderd om Sociaal Vitaal uit te voeren. Hierbij gebruikt de stichting GALM zijn netwerkcontacten bij gemeenten. Tot slot worden gemeenten ontzorgd omdat de Stichting GALM een projectopzet schrijft en subsidie aanvraagt. Met behulp van deze strategie zijn in de periode 2014-2021 in totaal 50 projecten Sociaal Vitaal uitgevoerd.

Voor de landelijke implementatie van Sociaal Vitaal in Kleur heeft het NOOM, in overleg met migranten organisaties die deel uitmaken van het landelijk netwerk van het NOOM, met name de 4 grote gemeenten benaderd om Sociaal Vitaal in Kleur uit te voeren. Ook heeft het NOOM door het aanstellen van netwerkondersteuners kleinere gemeenten benaderd om Sociaal Vitaal in Kleur uit te voeren. Omdat het NOOM een landelijk netwerk van migrantenorganisaties vertegenwoordigt, heeft het NOOM toegang tot een aanzienlijk aantal lokale groepen senioren met een migratieachtergrond. Met behulp van deze strategie zijn inmiddels 11 projecten Sociaal Vitaal in Kleur uitgevoerd.

Er is een handboek beschikbaar waarin de stappen voor de uitvoering van de interventie zijn beschreven.

Bij het handboek horen zeven bijlagen met documentatie. Deze bijlagen zijn onder voorwaarden beschikbaar voor lokale projectgroepen, die overeenstemming met de stichting GALM hebben, om Sociaal Vitaal uit te voeren. De documenten zijn verkrijgbaar bij de stichting GALM. In tabel 2 worden de bijlagen samengevat en vervolgens toegelicht hoe deze informatie kan worden toegepast in de praktijk.

Zie tabel 2 in de bijlage op pagina 19.

Belangrijke documenten

Organisatie

Contactpersonen

Beoordeling / erkenning

  • Eerste aanwijzingen voor effectiviteit
Dit is een erkende interventie