Actieve leefstijl 2010, sport, bewegen en gezondheid (2012)
In het onderzoek is voor volwassenen vastgesteld dat hoewel sporten redelijk intensief is de gemiddelde Nederlander meer energie steekt in huishoudelijk werk gevolgd door beroepsmatig werk. Alleen voor de meer fanatieke sporters (2 keer per week of vaker) komt het belang van sport boven de dertig procent uit (van de totale beweegenergie). Wat de totale hoeveelheid beweging betreft blijkt dat de actiefste kwart maar liefst zeven keer zoveel ‘energie’ gebruikt als de minst actieve groep Nederlanders. Voor kinderen zijn de verhoudingen anders. Bij hen is vooral buitenspelen van groot belang (40% van de ‘energie’). Sport komt voor hen op de tweede plaats (25%). Voor de jongere kinderen is buitenspelen relatief nog belangrijker, voor de oudere kinderen sporten. Andere opmerkelijke resultaten zijn: hoog opgeleiden bewegen met name tijdens hun werkzame leven minder, betaald werk bevordert de hoeveelheid bewegen (tot 54 jaar), overgewicht heeft een negatieve invloed op de hoeveelheid beweging voor de 55-64 jarigen, mensen met een sterke belemmering om te sporten en te bewegen hebben een lager activiteitsniveau.
Fysieke exemplaren |
||
Organisatie | Plaatsingskenmerk | Status |
---|---|---|
Mulier Instituut | BIEB-261 | Wordt niet uitgeleend |
Mulier Instituut | GEZO-TB-0007 | Beschikbaar |
Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:
Mulier Instituuttel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl