Arbeid, een eigenaardig medicijn (1984)

In dit boek wordt de ontstaansgeschiedenis en hedendaagse vorm van ons arbeidsbegrip en arbeidsbestel onderzocht. De schrijver laat zien dat onze loonarbeid en de verheerlijking ervan het resultaat zijn van een vanaf de middeleeuwen begonnen onderdrukking van een op gezamenlijke overleving van mannen en vrouwen gericht bestaan. De nieuwere tijd biedt het beeld van een toenemende druk op vrouwen om zich in het huishouden terug te trekken, terwijl mannen worden afgericht op een productief op een productief bestaan als loonarbeider. Het welzijnswerk en de historische voorlopers ervan waren mede verantwoordelijk voor deze ontwikkelingen. Enerzijds propageerde het de loonarbeid als hoogste waarde, terwijl het anderzijds de van de arbeidsmarkt uitgesloten groepen discriminerende ‘schaduwarbeid’ oplegde. Ook momenteel ligt de belangrijkste maatschappelijke functie van het welzijnswerk nog steeds op het terrein van de regulering van arbeid en vrije tijd.