Bezige bijen (1998)

Dit onderzoek dient inzicht te verschaffen in het dagelijks leven van kinderen en in de verschillen wat dit betreft, zowel in ruimtelijk opzicht (verschillende buurten) als in sociaal opzicht (klasse en etniciteit). Daarbij moet duidelijk worden in hoeverre en in welke omstandigheden kinderen en ouders knelpunten ervaren. Op deze wijze hopen de auteurs te kunnen achterhalen in hoeverre en op welke wijze gemeentelijk beleid kan bijdragen aan een aantrekkelijk woonklimaat voor ouders en kinderen in Groningen. Dit leidt tot de volgende drieledige vraagstelling: (1) Hoe ziet het dagelijks activiteitenpatroon van kinderen in Groningen eruit en welke verschillen bestaan er dit opzicht tussen de kinderen?; (2) Wat is betekenis van de woonomgeving voor het dagelijks activiteitenpatroon? (3) Welke beleidsopties zijn er voor de gemeente Groningen om de zelfstandige bewegingsruimte van kinderen te vergroten en de zorglast van ouders te verminderen? In hoofdstuk 2 staat beschreven welke methoden zijn aangewend om de antwoorden op deze vragen te verkrijgen. De met behulp van deze methoden verkregen resultaten worden in de hoofdstukken 3 en 4 behandeld. De voornaamste conclusies komen in hoofdstuk 5 aan bod, waarna het rapport afsluit met de betekenis van de conclusies voor het beleid.