Bobby Fischer (2003)

Is de Amerikaan Bobby Fischer het grootste schaakgenie aller tijden? Er is niemand die die vraag kan beantwoorden. Maar zijn carrière inspireert; het gevecht van de eenling tegen de gehele Oost-Europese schaakelite. Na een moeizame maar spectaculaire zegetocht naar de wereldtitel in 1972 heeft hij niet meer officieel in het openbaar gespeeld. Alleen een dubieuze match in 1992, tegen zijn oude rivaal Boris Spasski. Sindsdien zwerft Ficher verbitterd en paranoïde over de wereld. Soms was zijn stem te horen op een radiostation waar hij schokkende uitspraken deed, met als dieptepunt zijn gejuich over het instorten van de Twin Towers in New York. Bobby Fischer is een levende legende. Aanleiding voor dit boek was de documentaire ‘De dolende koning’ van de NOS, waarin het leven van Bobby Fischer, die in 2003 zestig jaar is geworden, wordt gereconstrueerd. Kees Jongking leidde het onderzoeksteam dat Fischer probeerde op te sporen. Het totaalbeeld van Fischer wordt geschetst door interviews met vele schaakgrootheden en voormalige vrienden. Hans Böhm dook in de archieven om het groteske van Fischer in de juiste proporties te plaatsen: zijn moeizame jeugd, zijn uitzonderlijke talent, zijn asociale rechtlijnigheid van denken, zijn gevecht tegen overheden en de wereldschaakbond, zijn groeiende geestesziekte. Professor Jaap van den Herik probeert, samen met de computer, antwoord te geven op de vraag hoe geniaal Fischer als schaker was. Een boek voor iedereen die zich interesseert voor boeiende persoonlijkheden.