Spring naar content
Terug naar de kennisbank

De recreatievogel (1998)

een visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de recreatie

Dit essay is het (voorlopige) eindpunt van een denkproces dat begon bij de recreatiescenario’s zoals deze in de Recreatieschets 2020 (Ministerie van LNV, 1997) zijn verwoord. Het schetst een visie voor een toekomstige ruimtelijke ontwikkeling voor de recreatie, gebaseerd op de resultaten van de discussie rond de Recreatieschets. Het essay legt een sterke nadruk op de vraag naar groene recreatie. De vraag naar groen manifesteert zich op ruwweg drie niveaus: dat van de stad, dat van het gebied rond de stad en dat verder weg van de stad. Uiteraard hangen die drie niveaus samen. Op grond van de vraag wordt aangegeven waar het recreatiegroen idealiter zou moeten liggen. Dit leidt tot een ‘ideale’ groenstructuur voor de stad zelf, één voor het groen rond de stad en één voor het landelijk gebied in zijn geheeld.

Literatuurverwijzing: Goossen, M., Jókövi, E.M., Ploeger, B., & Vries, S. de (1998). De recreatievogel: een visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de recreatie. Wageningen: DLO-Staring Centrum, Instituut voor Onderzoek van het Landelijk Gebied.

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier instituut RECR-TB-0002 Beschikbaar

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving