Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Gemeentelijk beleid in de (vrije) tijd (1986)

recreatie en sportbeoefening in Rotterdam

Recreatie en sport zijn lange tijd uitsluitend beoordeeld geweest op hun welzijnswaarden. Die welzijnsfunctie bestaat nog steeds. In deze notitie wil men echter ook de economische waarde van recreatie en sportbeoefening voor de stad wat meer benadrukken. Meer en meer dringt het besef door dat de mogelijkheden voor sport en recreatie onderdeel vormen van de economische wervingskracht. Dat geldt niet alleen voor grootschalige evenementen en toeristische attracties. Het geldt ook zeker voor de woonomgeving, het openbaar groen en de sportvoorzieningen. Een attractief woonmilieu, inclusief een goede infrastructuur voor vrijetijdsbesteding vormt een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven en hun werknemers. Deze notitie dient, wanneer er een nieuwe gemeenteraad zal zijn aangetreden, ertoe bij te dragen dat samen met de wethouder en de commissie Sport en Recreatie, Openbaar Groen en Buitenstedelijke Recreatie een beleidsprogramma kan worden opgesteld zodat in een vroegtijdig stadium verder uitvoering kan worden gegeven aan: “het naar vermogen scheppen en beschermen van dusdanige voorwaarden dat iedere Rotterdammer zelf zoveel mogelijk vorm en inhoud kan geven aan de door hem of haar, nu of in de toekomst gekozen recreatieactiviteiten”.

Literatuurverwijzing: Rijpma, S.G., Verkaik, B., & Bruna, T. (1986). Gemeentelijk beleid in de (vrije) tijd: recreatie en sportbeoefening in Rotterdam. Rotterdam: Gemeente Rotterdam.

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier instituut GS-ROT-0004 Beschikbaar

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving