Op weg naar buiten (1988)

Waarom komt de één de deur niet uit – of misschien alleen om eens een ommetje door de buurt te maken – en spendeert de ander bijna al zijn vrije tijd buiten? Waarom trekt de één er meestal naar buiten alleen op uit en heeft de ander altijd behoefte aan gezelschap? Waarom heeft de één een voorkeur voor recreëren in een bosrijk gebied, de volgende voor slenteren door een stadscentrum en waarom is een derde altijd aan de waterkant te vinden? Kortom: waarom is de één in zijn vrije tijd veel meer op ‘buiten zijn’ georiënteerd dan de ander en waarom vult de één die behoefte op een heel andere manier in dan de ander? In dit boek ‘Op weg naar buiten; openluchtrecreatie in biografisch perspectief’ wordt verslag gedaan van een speurtocht – onder meer door middel van een analyse van 51 diepte-interviews – naar de diepere achtergronden en oorzaken, kortom: naar het ‘waarom’ van verschillen tussen mensen in de rol die zij toekennen in hun leven aan ‘buiten zijn’ en in de veranderingen die zich daarin tijdens hun leven voordoen. De auteur komt tot conclusies. Vrije tijd en buiten zijn, blijken lang niet zo licht, luchthartig, vrij en vrijblijvend te zijn als wel eens wordt gedacht.