Spel in zicht
de invloed van impliciete theorieën in sport, het effect van impliciete theorieën op doelkeuze, attributie en motivatie om verder te oefenen na falen voor een sportvaardigheid
Op basis van bevindingen over impliciete theorieën in de schoolcontext (Dweck, 1999) wordt in dit onderzoek onderzocht of impliciete theorieën bij jeugdvoetballers te manipuleren zijn en wat het effect hiervan is op doelkeuze, motivatie om verder te oefenen en attributie na falen. De 71 deelnemende jeugdvoetballers van drie verschillende voetbalclubs (BMC, OJC & PSV) werden random verdeeld over drie condities (incremental, entity en controle). Participanten lazen een manipulatieve tekst over spelinzicht, maakten de D-KEFS Design Fluency test waar ze, ongeacht hun werkelijke prestatie, op faalden en vulden vragenlijsten in. Resultaten laten zien dat een incremental overtuiging over spelinzicht succesvol te manipuleren is middels een manipulatietekst. ANOVA analyses laten geen enkel verband zien tussen impliciete theorieën en doelkeuze, motivatie om verder te oefenen en attributies na falen. Uit huidig onderzoek wordt geconcludeerd dat impliciete theorieën geen invloed hebben op het omgaan met een faalervaring voor spelinzicht bij jeugdvoetballers. Mogelijk is de slechts gedeeltelijk geslaagde manipulatie een reden voor het uitblijven van effecten. In de discussie worden alternatieve verklaringen beschreven en aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan.