Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Spel of knikkers? (2022)

een zorgethische reflectie op het sportouderschap

Auteur(s): Esther Schoots

De afgelopen jaren is in de media veel aandacht besteed aan misstanden die zich hebben voorgedaan in de jeugdsport. Over de manier waarop ouders hun kinderen begeleiden in het omgaan met winnen en verliezen in de sport is nog weinig bekend. Vertrekpunt voor deze scriptie vormde de veronderstelling dat een zorgethische reflectie op het sportouderschap mogelijk zou kunnen bijdragen aan goede sportgeneeskundige zorg voor deze kinderen en hun ouders en daarmee aan het creëren van een veilig jeugdsportklimaat.

Het onderzoek dat in deze scriptie wordt beschreven bestaat uit een theoretisch deel en een empirisch deel. Aan de hand van zorgethische theorieën over relationele identiteit is eerst de relatie tussen ouders en hun sportende kinderen verkend. Vervolgens is een interpretatief fenomenologisch onderzoek gedaan naar de betekenis van het fenomeen competitiedrang bij ouders van kinderen die hockeyen en zich bevinden op de overgang van sport als spel naar wedstrijdsport.

Dit onderzoek geeft aanleiding te veronderstellen dat ouders van sportende kinderen niet primair gericht zijn op het behalen van sportieve winst. Op basis van de resultaten van het empirisch en theoretisch onderzoek kan de betekenis van het competitiedrang voor ouders van sportende kinderen worden omschreven enerzijds als het verlangen om vanuit meritocratische idealen, gericht op het behalen van succes, trots te kunnen zijn op je kind. Anderzijds ervaren ouders competitiedrang als het verlangen naar inzet van hun kind als tegenprestatie voor de offers die zij zich moeten getroosten om hun kind te laten sporten. Vanuit zorgethische theorieën over relationele verbondenheid en verantwoordelijkheid zouden ouders sport niet moeten beschouwen als een concept waarin verlangens worden vervuld of strijd wordt beslecht, maar als een spel waaraan zowel ouders als kinderen plezier beleven. Voor de zorg aan geblesseerde kinderen betekent deze relationele verbondenheid dat sportartsen aandacht moeten besteden niet alleen aan het kind, maar ook aan de relatie die zij hebben met hun ouders. Sportartsen hebben een verantwoordelijkheid om hun wederzijdse behoeften te verhelderen en te begrijpen, zodat zicht ontstaat op de context waarbinnen een blessure is opgetreden. Meer onderzoek is nodig om inzicht te krijgen in de betekenis van deze relationele verbondenheid voor het sportklimaat. 

Literatuurverwijzing: Schoots, E. (2022). Spel of knikkers?: een zorgethische reflectie op het sportouderschap. Utrecht: Universiteit voor Humanistiek.

Omschrijving