Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Sportblessures (1984)

vóórkomen en voorkómen, over de relevantie van een epidemiologische studie naar sportletsels in Nederland

Auteur(s): A.B.A. Kemper

Het is onjuist om de toename van sportbeoefening alleen te plaatsen in het licht van de noodzaak tot bewegen. Het beleid met betrekking tot recreatiesport of sportieve recreatie kent een veel bredere grondslag. De gezondheidsbevorderende werking van sportbeoefening is evenwel een belangrijke pijler waarop het sportbeleid steunt. Aan het begin van de jaren zeventig tekenen de contouren zich af van wat later het blessureprobleem genoemd zal worden. Op kleine schaal opgezette epidemiologische onderzoekingen brengen onrustbarende gegevens boven water. Een betrouwbare vaststelling van het vóórkomen van sportblessures is de eerste stap in de reeks van stappen. Een beleid gericht op terugdringing behoeft inzicht in achtergronden van en omstandigheden bij het ontstaan van blessures. In het rapport wordt ook aangegeven welke wensen er bestaan ten aanzien van beleidsonderbouwend onderzoek.

Literatuurverwijzing: Kemper, A.B.A. (1984). Sportblessures: vóórkomen en voorkómen, over de relevantie van een epidemiologische studie naar sportletsels in Nederland. Rijswijk: Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC).

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier instituut GEZO-TB-0002 Beschikbaar

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving