Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Sportinfrastructuur (2003)

organisaties en accommodaties

De vraag die de auteurs in dit hoofdstuk centraal stellen is in hoeverre veranderingen in de sportbeoefening zijn terug te vinden in de manier waarop de Nederlandse sport is georganiseerd? Hoe ziet de infrastructuur op sportgebied in termen van organisaties en accommodaties er uit? Eerst wordt in paragraaf 6.2 een overzicht gegeven van de ‘sportinfrastructuur’. Met ‘sportinfrastructuur’ wordt gedoeld op het geheel aan organisaties en voorzieningen die een rol spelen in de vormgeving van het sportaanbod in Nederland. In de daaropvolgende paragrafen worden verschillende partijen in de sportinfrastructuur nader belicht. In paragraaf 6.3 wordt eerst gekeken naar de ontwikkelingen in de wereld van de sportbonden en sportkoepels. Paragraaf 6.4 gaat verder in op de (daarbij aangesloten) sportclubs. In paragraaf 6.5 wordt het vizier gericht op resterende organisaties die mogelijkheden bieden tot sport in georganiseerd verband (maneges, sportscholen, fitnesscentra, zeil- en surfscholen). In paragraaf 6.6 staan de aanbieders van sportfaciliteiten (accommodaties) centraal. Een beeld van de bij de sportaanbieders en accommodaties actieve vrijwilligers geeft paragraaf 6.7. Paragraaf 6.8 ten slotte bevat de conclusies van dit hoofdstuk.

Literatuurverwijzing: Goossens, R., & Lucassen, J.M.H. (2003). Sportinfrastructuur: organisaties en accommodaties. In K. Breedveld, Rapportage sport 2003 (pp. 125-166) Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Omschrijving

Uit dit tijdschrift is/zijn ook de volgende artikel(en) beschreven: