Stabiliteit en verandering van psychosociale gezondheid en leefstijl bij adolescenten en mogelijkheden voor interventies (2014)
bouwstenen voor het extra contactmoment adolescenten
In de studie Stabiliteit en verandering van psychosociale gezondheid en leefstijl bij adolescenten en mogelijkheden voor interventies staan de aard en het voorkomen van risicogedrag en (psychosociale) gezondheidsproblemen centraal.
Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens van de langlopende TRAILS-studie, een unieke studie waarbij meer dan 2000 jongeren vanaf hun 11e jaar zijn gevolgd in hun adolescentie richting volwassenheid. Het onderzoek is vooral gericht op onderwerpen als overgewicht, lichamelijke beweging en voeding, roken, alcohol en cannabisgebruik, depressie en pesten.
Uit het onderzoek blijkt dat aandacht voor overgewicht, middelengebruik en psychische problemen nodig is bij alle jongeren ongeacht hun onderwijsniveau. Na signalering dienen effectieve interventies beschikbaar te zijn om jongeren te begeleiden.
Aan de hand van het onderzoek worden aanbevelingen gedaan voor de beste manier om dit extra contactmoment in te vullen:
- Aandacht voor alle leerlingen, ongeacht hun onderwijsniveau: Aandacht is nodig voor overgewicht, middelengebruik en psychosociale problemen van alle jongeren, ongeacht hun onderwijsniveau. Na signalering dienen effectieve interventies beschikbaar te zijn om jongeren te begeleiden. Met name jongeren met een lager onderwijsniveau hebben vaker een ongezonde leefstijl en/of (psychosociale) gezondheidsproblemen. Bij de invulling van het contactmoment dient hier rekening mee te worden gehouden.
- Risicotaxatie als input voor interventies: Een risicotaxatie-instrument kan helpen om risicogroepen in kaart te brengen en kan tevens helpen bij het kiezen van doelen voor interventies op zowel klassikaal niveau, schoolniveau als gemeenteniveau. Het instrument dient dan een extra doel naast het geven van individuele feedback en verwerven van epidemiologische gegevens. Als een risicotaxatie-instrument wordt gebruikt, kan overwogen worden om dit ook in te zetten voor het contactmoment in de tweede klas van het voortgezet onderwijs.
- Interventies: Collectieve (meervoudige) interventies en interventies gericht op het aanleren van vaardigheden zijn het meest geschikt als preventie van risicovolle leefstijl, overgewicht en middelengebruik. Computerprogramma’s zijn een goede optie als educatie. Voor psychosociale problemen is geïndiceerde preventie bij jongeren met psychische klachten effectief of psycho-educatie als collectieve preventie.
- Met oog voor de lokale wensen en samenwerking: Het extra contactmoment adolescenten biedt een kans om de gezondheid van oudere adolescenten te bevorderen. In overleg met scholen kunnen, afhankelijk van de lokale behoeften en uitkomsten van risicotaxatie, interventies gekozen worden. Met het oog op de Transitie Jeugdzorg en de wet Passend Onderwijs kan dit contactmoment ook worden aangegrepen om extra voorzieningen te treffen (op school) om jongeren te ondersteunen, na doorverwijzing door de JGZ
- Setting van interventies: De school is een goede setting voor collectieve preventie. Jongeren brengen een groot deel van de dag op school door en de schoolsetting maakt het mogelijk een gehele populatie te bereiken zonder te stigmatiseren of te discrimineren. Samenwerking van JGZ en school is daarbij essentieel voor goede implementatie. Voor de scholen is het van belang om ouders hierbij te betrekken. Interventies in de wijk zouden onderdeel moeten zijn van meervoudige interventies om de effectiviteit te vergroten. Een interventie in de wijk kan bijvoorbeeld worden gecombineerd met een interventie op school en voorlichting voor ouders, over hetzelfde onderwerp.