Step Up! Tackling the burden of insufficient physical activity in Europe (2023)
Nederlandstalige samenvatting:
Fysiek actief zijn voorkomt onder meer een reeks niet-overdraagbare ziekten zoals hart- en vaatziekten en kanker en verbetert de geestelijke gezondheid en het cognitief functioneren. Te veel Europeanen zijn inactief. Een op de drie Europese volwassenen voldoet niet aan de WHO-richtlijnen voor lichaamsbeweging en bijna de helft oefent of sport nooit.
Het rapport beschrijft patronen en trends van onvoldoende lichaamsbeweging in Europa. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben berekend dat meer lichaamsbeweging onder Europeanen de EU-landen jaarlijks 8 miljard euro zouden kunnen besparen. Ze ontdekten ook dat meer fysieke activiteit duizenden vroegtijdige sterfgevallen zou kunnen voorkomen.
Het rapport geeft een aantal beleidsopties om het niveau van lichaamsbeweging te verhogen: instellingsspecifieke programma’s op scholen, op het werk en in de gezondheidszorg; beleid om de toegang tot sportfaciliteiten te verbeteren; stedenbouwkundig, milieu- en vervoersbeleid; communicatie- en voorlichtingsbeleid.
Engelse samenvatting:
Being physically active helps prevent a range of non-communicable diseases such as cardiovascular disease and cancer, and improves mental health and cognitive functioning, among other benefits. Too many Europeans are physically inactive. One in three European adults do not meet the WHO physical activity guidelines, and almost half never exercise or play sport.
The report describes patterns and trends of insufficient physical activity in Europe. The World Health Organisation (WHO) and Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) estimated that increasing physical activity among Europeans could save EU countries €8 billion annually. They also found that increasing physical activity could prevent thousands of premature deaths.
The report provides a range of policy options to increase physical activity levels: setting-specific programmes in schools, workplaces and the health-care system; policies to increase access to sports facilities; urban design, environment and transport policies; communication and information policies.