Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Vrouwenvoetbal en de media (2) (2015)

topspeelsters en twittervolgers, factsheet 2015/5

Voorafgaand aan het WK vrouwenvoetbal 2015 in Canada was vrouwenvoetbal relatief veel in de media. Traditionele media (kranten en TV) berichten sinds 2007 meer, neutraler en professioneler over het vrouwenvoetbal. Niettemin is de aandacht beperkt. Online is er meer aandacht op websites, maar veelal marginaal vergeleken met het mannenvoetbal. Ook sociale media zoals Twitter hebben tegenwoordig een belangrijke nieuwsfunctie, mogelijk in het bijzonder voor vrouwenvoetbal. Bovendien vormt het een platform waarop speelsters zichzelf en hun sport kunnen profileren en niet afhankelijk van wat sport-/voetbaljournalisten voldoende nieuwswaardig vinden. In deze factsheet worden de eerste resultaten gepresenteerd van een studie onder Nederlandse topspeelsters en hun twittervolgers over het gebruik en de betekenis van sociale media in relatie tot vrouwenvoetbal.

Eerste resultaten uit de studie geven aan dat buiten de grote toernooien met Nederlandse deelname, zoals het WK 2015, de aandacht voor vrouwenvoetbal in de media zeer beperkt is. Geïnteresseerden in actualiteiten en achtergronden in het vrouwenvoetbal zijn sterk afhankelijk van specifieke vrouwenvoetbalwebsites en sociale media, waaronder twitteraccounts van speelsters. Vooral jonge voetbalmeiden geven aan graag meer te leren over hun sport en van speelsters. Speelsters erkennen hun voorbeeldfunctie maar gebruiken twitter slechts in beperkte mate om fans te informeren. Een specifiek sociale media platform over vrouwenvoetbal biedt wellicht uitkomst. Een platform waarin nieuws en achtergronden worden gebundeld en ook filmpjes van speelsters met trucs, acties en doelpunten kunnen worden getoond; waar een brede groep topspeelsters zichzelf kan profileren en waar nog beter kan worden ingespeeld op uiteenlopende wensen van geïnteresseerde publieksgroepen.

Literatuurverwijzing: Stentler, L., & Elling, A. (2015). Vrouwenvoetbal en de media (2): topspeelsters en twittervolgers, factsheet 2015/5. Utrecht: Mulier Instituut.

Omschrijving