Spring naar content
Terug naar de kennisbank

Wordt Nederland beweegvriendelijker? (2023)

een analyse van de cijfers van de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving voor 2020 en 2022

De openbare ruimte speelt een belangrijke rol in het faciliteren en stimuleren van sporten en bewegen. Daarom berekent het Mulier Instituut sinds 2014 de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO).

Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin de publieke ruimte in de fysieke omgeving scoort op de mogelijkheden voor mensen om te sporten en te bewegen. In 2020 is de KBO doorontwikkeld en in 2022 op een vergelijkbare manier berekend. Voor de KBO zijn de aanwezigheid en bereikbaarheid van groen en water (zoals parken, bossen en zwemplassen), sportaccommodaties, sport- en speelplekken in de openbare ruimte en dagelijkse voorzieningen in kaart gebracht.

In dit onderzoek worden de cijfers van de KBO voor 2022 gepresenteerd. De cijfers worden vergeleken met de cijfers uit 2020. Het doel van deze vergelijking is om meer inzicht te krijgen in hoe de beweegvriendelijke omgeving veranderd is en wat daaraan ten grondslag ligt.

Samengevat zijn de resultaten:

Nederland scoort hoger
Nederland scoort gemiddeld 64 van de 100 punten op de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving (KBO). Dit is vier punten hoger dan in 2020. Dit komt door hogere scores op hoe dichtbij voorzieningen (+ 22) en sport- en speelplekken in de openbare ruimte (+ 5) zijn voor Nederlanders.

Hoge scores (70 of meer) op de KBO zijn er vooral in de randstad. Maar ze zijn er ook in clusters van een aantal gemeenten in andere delen van het land, zoals in Noord-Brabant en in Gelderland.

Stedelijkheid = beweegvriendelijke omgeving
Stedelijkheid is de dichtheid van menselijke activiteit. Het CBS meet dit als het aantal adressen per km2. Gemeenten krijgen via deze dichtheid een score van 1 (niet stedelijk) tot en met 5 (zeer sterk stedelijk). Gemeenten scoren hoger op de KBO als ze meer stedelijk zijn. Zo scoorden zeer sterk stedelijke gemeenten in 2022 gemiddeld 71, tegenover een score van 51 onder niet-stedelijke gemeenten.

Een hogere adressendichtheid (stedelijkheid) hangt samen met hoe dichtbij voorzieningen en faciliteiten zijn. De stedelijkheid legt dus (deels) uit waardoor een KBO-score hoger of lager is.

De spreiding van beweegvriendelijke gemeenten
In het onderzoek is ook gekeken naar andere kenmerken, om meer te weten te komen over kenmerken van (on)beweegvriendelijke gemeenten. De onderzoekers keken naar gemeentegrootte, de VSG-regio waarin een gemeente ligt, en naar de KBO-scores in krimpregio’s, anticipeerregio’s en overige regio’s.

Nederland scoort hoger: hoe komt dat?
Het rapport kijkt ook naar een mogelijke uitleg voor de veranderingen in de KBO-scores tussen 2020 en 2022. Met vijf voorbeelden van buurten worden de hogere of lagere scores geïllustreerd.

Het onderzoek is uitgevoerd met steun van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Literatuurverwijzing: Rauws, R., & Noordzij, J.M. (2023). Wordt Nederland beweegvriendelijker?: een analyse van de cijfers van de Kernindicator Beweegvriendelijke Omgeving voor 2020 en 2022. Utrecht: Mulier Instituut.

Fysieke exemplaren

Organisatie Plaatsingskenmerk Status
Mulier instituut BIEB-995 Wordt niet uitgeleend

Publicaties worden niet uitgeleend aan externen. Inzage op verzoek:

Mulier instituut
tel: 030-7210220
e-mail: info@mulierinstituut.nl

Omschrijving