Spring naar content

Commissiedebat Sportbeleid: toegankelijkheid, betaalbaarheid en veiligheid

Het zomerreces van de Tweede Kamer staat voor de deur. Hoe gaan we op het gebied van nationaal sportbeleid de zomer in? Bij het op 21 juni gehouden Commissiedebat Sportbeleid is een aantal piketpaaltjes geslagen over onder meer het Sportakkoord II, het Actieplan ‘Nederland beweegt’, wetgeving (de ‘sportwet’), energieprijzen sport en het plan van aanpak om de wachtlijsten voor zwemles terug te dringen.

Uit de uitgebreide agenda maken de aanwezige sportwoordvoerders (VVD, CDA, D66, PvdA, PVV, GroenLinks, SP, FVD) hun keuzes, binnen de beperkte spreektijd tijdens deze avondvergadering en de speerpunten die ze zelf politiek van belang vinden. 

Toegankelijkheid, veiligheid en betaalbaarheid van sport en bewegen blijken terugkerende thema’s tijdens het debat. Bovendien benadrukt minister Helder (langdurige zorg en sport, VWS) een aantal keren nadrukkelijk de kracht van de sportsector en het belang die overeind te houden of te versterken. 

Toezeggingen aan de Kamer

Normaal gesproken vinden er twee overleggen over sportbeleid plaats in het parlementair jaar: vlak voor het zomerreces en eind november (wetgevingsoverleg). Maar dit keer is er een extra debat geweest op 5 april. Naar aanleiding van dat debat heeft de minister een planningsbrief gestuurd, waarmee duidelijk is geworden welke onderwerpen de minister bewaart voor het wetgevingsoverleg. 

De afgelopen jaren hebben de sportdebatten altijd een aantal moties opgeleverd. Dit keer ontbraken die, maar wel heeft minister Helder de volgende toezeggingen gedaan naar aanleiding van het debat:

  1. De minister zal de positie van provincies meenemen in de uitwerking van de Sportwet.
    > Toegezegd aan Rudmer Heerema (VVD)
  2. De minister zal in kaart brengen hoe het ervoor staat met het zwemaanbod voor ouderen en zal de Kamer hierover informeren.
    > Toegezegd aan Mohammed Mohandis (PvdA)
  3. De minister stuurt de Kamer dit najaar de versnellingsaanpak rondom verduurzaming in de sport en zal daarin ook ingaan op de mogelijkheden voor een revolverend fonds.
    > Toegezegd aan Mohammed Mohandis (PvdA)
  4. De minister zal de Kamer voorafgaand aan het wetgevingsoverleg Sport en Bewegen dit najaar informeren over de eerste resultaten van de pilots om de wachtlijsten voor zwemles terug te dringen.
    > Toegezegd aan Vicky Maeijer (PVV)
  5. De minister stuurt de Kamer in het najaar een brief over de gesprekken die met o.a. zorgverzekeraars lopen over de inzet van sporthulpmiddelen.
    > Toegezegd aan Michiel van Nispen (SP)
  6. De minister zal de knelpunten rondom de wachtlijsten voor het schoolzwemmen inventariseren en de Kamer eveneens informeren over de wachtlijsten die er zijn rondom het schoolzwemmen voor asielzoekers.
    > Toegezegd aan Vicky Maeijer (PVV)

        Kracht sportsector en voornemen Sportwet

        In de week voor het debat heeft het ministerie van VWS een persbericht getiteld ‘Minister Helder werkt aan sportwet’ verstuurd. In haar toelichting benoemt de minister dat sport meer heeft dan een maatschappelijke waarde alleen; het levert ook plezier op. Nederland kent een uniek verenigingsleven met een goede infrastructuur, dat de afgelopen jaren behoorlijk onder druk is komen te staan. Er is al langer een tekort aan vrijwilligers, maar de afgelopen jaren zijn daar nog meer uitdagingen bijgekomen door corona, inflatie, hoge energieprijzen en vraagstukken op het gebied van veiligheid en integriteit. En dat terwijl sport en bewegen zo belangrijk is, op mentaal gebied, maar ook op lichamelijk en motorisch vlak. Bovendien hangen sport en bewegen steeds meer samen met de zorg. Sport moet daarom structureel op de agenda komen en vooral ook blijven, aldus de minister in de Kamerbrief. 

        Om dit te realiseren, heeft de minister het voornemen om een Sportwet te maken. Een grote stap die publieke verantwoordelijkheid erkent. In deze wet zouden zowel gemeenten als de minister zelf een rol en verantwoordelijkheid moeten krijgen. Maar het belangrijkste uitgangspunt daarbij blijft toch de kracht van de sportsector zelf in stand houden en versterken. De minister zal eerst beginnen met het vastleggen van de rollen en verantwoordelijkheden van verschillende overheden om daadwerkelijk tot een sportwet te komen. Tegelijkertijd lopen parallel de voorbereidingen op het tweede deel, met focus op zaken als toegankelijkheid, veiligheid en kansengelijkheid in de sport. Ook moet de nieuwe wetgeving de oprichting ondersteunen van het onafhankelijk integriteitscentrum veilige sport. 

        In het debat is aandacht gevraagd voor de rol van de provincie en de volgorde van de voorbereidingen van de Sportwet in twee delen. De minister benoemt nadrukkelijk het belang van een juiste balans tussen enerzijds het behouden van de kracht van onze unieke sportinfrastructuur en de ruimte die er nu is en anderzijds het vastleggen van zaken in wetgeving. 

        Zwemlessen en belang van zwemvaardig zijn

        Meerdere sportwoordvoerders hebben tijdens het debat hun zorg uitgesproken over lange wachtlijsten voor zwemlessen. Ook is besproken dat lang niet iedereen toegang heeft tot zwemles: denk aan ouderen en mensen in asielzoekerscentra of kinderen met een beperking, ondanks het feit dat de zwembranche al veel initiatieven heeft genomen. De recente verdrinkingsgevallen zijn een pijnlijke bevestiging dat goed kunnen zwemmen in Nederland toch echt essentieel is. 

        Grootste aanleiding voor de lange wachtlijsten is het tekort aan zweminstructeurs; dit is  een breder maatschappelijk probleem. Het aantal zwembaden zou volgens de minister voldoende moeten zijn, alleen worden de uren niet goed gebruikt. De minister gaat bekijken of de subsidieregeling School en Omgeving daarvoor benut kan worden en organiseert samen met de VSG een pilot rondom naschools zwemaanbod. De oproep wordt gedaan aan nog meer organisaties om deel te nemen aan de campagne ‘Wie checkt jou?, die zich richt op risicobewustzijn bij zwemmen in open water.

        Meedoen met sport en bewegen

        Al langer blijkt dat buitenspelen voor veel kinderen niet meer vanzelfsprekend is. Deels komt dit omdat ouders het niet veilig vinden, terwijl juist met buitenspelen een goede basis wordt gelegd voor plezier in bewegen en ontwikkeling van motorische vaardigheden. Recent heeft Jantje Beton hier nog de aandacht op gevestigd. In het debat is met name stilgestaan bij inclusieve speelplekken. De minister heeft eerder al toegezegd dat eind 2025 150 extra inclusieve speelplekken worden gerealiseerd. Om te stimuleren dat meer jongeren aan sport- en beweegactiviteiten deelnemen, is het verhogen van de leeftijd van het Jeugdfonds Sport en Cultuur van 18 naar 21 jaar besproken. Vooralsnog is daarop de reactie vanuit het ministerie dat er al voldoende mogelijkheden zijn, onder andere vanuit het Volwassenenfonds. Ook sporthulpmiddelen kwamen nog kort aan de orde: de minister zegt toe vóór het wetgevingsoverleg (WGO) van november uitsluitsel te geven of ook het zogeheten ‘plus budget’ structureel gefinancierd wordt. 

        Energie en verduurzaming clubs

        In het najaar wordt meer duidelijk over een versnellingsaanpak verduurzaming. Komen er extra middelen? Komt er opnieuw een noodfonds? Allemaal vragen die dan beantwoord zullen worden. 

        Voetbal veilig

        De gesprekken met de diverse partijen en ketenpartners lopen nog. Tijdens het debat zijn door de minister nog geen uitspraken gedaan. 

        Dansonderzoek 

        Het rapport ‘Schaduwdansen’ is heel kort besproken. Na de zomer vindt apart een plenair debat plaats over dit dossier.