Spring naar content

Eerste vijf bonden afgerond in Onderzoek Topsportcultuur

Vandaag zijn de deeluitkomsten gepresenteerd van de eerste vijf bonden die deelnemen aan het grootschalige wetenschappelijke onderzoek naar de topsportcultuur in Nederland. Het gaat om handboogschieten, judo, tafeltennis, volleybal en ijshockey. 

Het onderzoek kijkt onder andere naar de psychische en fysieke gezondheid van de sporters, de prestaties en de veiligheid. Uiteindelijk willen de onderzoekers bepalen welke factoren van invloed zijn op de topsportcultuur. Zodat sportbonden de juiste beleidsmatige en praktische keuzes kunnen maken, om deze cultuur nog verder te verbeteren.

Aan de slag met concrete bevindingen

De afgelopen weken hebben de onderzoekers de uitkomsten persoonlijk bij de vijf betrokken bonden toegelicht. Onderzoeker Marjan Olfers: “Voor de bonden die nu zijn afgerond, is het heel interessant te zien hoe hun cultuur wordt ervaren door sporters, maar ook door coaches en oud-sporters. Voor hen zijn er verschillende bevindingen waar ze concreet iets mee kunnen. Dat merkten we in de reacties op onze toelichting: de bonden willen er graag mee aan de slag.” 

Bouwstenen voor onderzoek naar 24 bonden

De vijf deeluitkomsten zijn de eerste bouwstenen van het totale onderzoek, waaraan 24 bonden zullen deelnemen. Onderzoeker Anton van Wijk laat weten dat er al interessante bevindingen zijn: “Wat onder andere opvalt is dat de persoonlijkheid van sporters op veel kenmerken overeenkomt. Ook als we het over behoorlijk verschillende type sporten hebben”, aldus Van Wijk. “We hebben in deze eerste vijf sporten al een paar lijnen gezien die we verder gaan onderzoeken. Denk bijvoorbeeld aan de relatie tussen organisatiegrootte, financiën en prestaties. Maar ook aan de verschillen in ervaringen tussen mannelijke en vrouwelijke sporters. Daar komen naarmate het onderzoek vordert ongetwijfeld nog onderwerpen bij. Het streven is het onderzoek eind 2024 af te ronden en dan conclusies en aanbevelingen te presenteren.”

Reacties van de betrokken bonden

De betreffende bonden waren vandaag aanwezig bij de presentatie. Zij reageren:

Arnoud Strijbis, algemeen directeur Handboogsport Nederland: “De eerste onderzoeksresultaten bevestigen ons beeld over de topsportcultuur binnen de handboogsport. De deelnamebereidheid van onze sporters en staf was groot. Dat toont aan dat onze sporters en stafleden dit onderwerp duidelijk in het vizier hebben. Met deze resultaten kunnen we dat bewustzijn verder blijvend vergroten. Werken aan een goede, veilige cultuur stopt immers nooit.”

Tessa Brouwer, voorzitter Judobond Nederland: “Het was nuttig en noodzakelijk om aan het onderzoek mee te doen. Het is nu aan ons om – samen met sporters en staf – de uitkomsten te vertalen naar acties. Het is een uitgelezen kans om als organisatie – en daarmee als sport – verder te komen. Het optimaliseren van de organisatiecultuur willen we en doen we met elkaar.”

Achim Sialino, algemeen directeur Nederlandse Tafeltennisbond: “Onze verwachting dat we kunnen leren van dit onderzoek, is uitgekomen. We hebben bevestiging dat veel zaken goed zijn geregeld. Op sommige gebieden zijn mogelijke aanknopingspunten voor verbetering te vinden. We delen de uitkomsten met onze atletencommissie en de technische staf en gaan over de resultaten van het onderzoek in gesprek. Wanneer nodig, passen we het Topsportstatuut op punten aan.”

Herman Meppelink, technisch directeur Nevobo: “We hebben zorgvuldig kennisgenomen van de eerste uitkomsten van het onderzoek, waaraan we alle medewerking hebben verleend. We zijn blij te zien dat onze topsporters de waarde van topsport positief waarderen. Het is ook fijn om te weten dat onze topsporters de ruimte voelen om ongewenst gedrag en morele kwesties te bespreken. De resultaten sterken ons in de gedachte dat het beleid van de Nevobo en de daaruit vloeiende acties om een gezonde topsportcultuur te waarborgen, zeker hun vruchten afwerpen. Dat neemt niet weg dat de verbeterpunten die uit het onderzoek naar voren komen onze volledige aandacht verdienen. Sinds vorig seizoen is dit topic al standaard onderdeel van evaluaties met teams en topsporters vanaf 16 jaar. En het is ook geborgd in ons strategisch plan ‘Samen op weg naar sportief en maatschappelijk goud’. We zullen ook deze onderzoeksresultaten met onze topsporters bespreken en elke vorm van ongewenst gedrag tegengaan.”

Leonidas Pakos, secretaris IJshockey Nederland: “IJshockey Nederland heeft dit onderzoek omarmd als een unieke kans om inzichten te verkrijgen die ons kunnen helpen te verbeteren. Wij zijn dan ook blij met de bevindingen die aangeven welke aandachtsgebieden nadere focus behoeven. Tegelijk zijn we verheugd over de bevestiging van wat we al goed doen. De resultaten uit het onderzoek kunnen we mooi inpassen in de lopende ontwikkelingen voor ‘Fair Play, Respect & Integrity’ in onze ijshockey(top)sport.”

Het onderzoek topsportcultuur

In januari 2022 is gestart met een grootschalig onderzoek naar de topsportcultuur in Nederland, gefinancierd door het ministerie van VWS. Gedurende drie jaar wordt bij in totaal zo’n 20 sporten onderzoek gedaan naar de topsportcultuur. De eerste sporten die deelnemen zijn judo, volleybal, wielrennen en ijshockey. Later kwamen hier atletiek, curling, handboogschieten, schermen, skiën en tafeltennis bij. 

Doel en achtergrond van het onderzoek

Doel van het onderzoek is om meer zicht te krijgen op de factoren die bijdragen aan de topsportcultuur. Daarbij wordt zowel naar positieve als negatieve elementen gekeken. De aanbevelingen moeten leiden tot effectieve en preventieve maatregelen voor het verder realiseren van een gezond en veilig topsportklimaat, nu en in de toekomst. Het onderzoek wordt in opdracht van Kenniscentrum Sport & Bewegen uitgevoerd door prof. mr. Marjan Olfers (hoogleraar Sport en Recht Vrije Universiteit Amsterdam, onderzoeksbureau Verinorm), Froukje Smits MSc (sportpedagoog Hogeschool Utrecht) en dr. mr. Anton van Wijk (jurist, psycholoog en criminoloog, onderzoeksbureau Verinorm). Dr. Cees Vervoorn (manager toegepaste wetenschap Kenniscentrum Sport & Bewegen) is coördinator van het onderzoek.