‘Vlammende ambitie’: resultaten bekend van het onderzoek naar de topsportcultuur in Nederland
Vandaag presenteren Marjan Olfers en Anton van Wijk van onderzoeksbureau Verinorm de belangrijkste uitkomsten van het topsportcultuur onderzoek in Nederland, genaamd ‘Vlammende ambitie’. De presentatie vindt plaats in de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam en wordt bijgewoond door ruim 100 betrokkenen uit de landelijke topsportsector. Het is voor het eerst dat in Nederland en wereldwijd op zo’n grote schaal wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar de positieve en negatieve factoren die een veilige, positieve en gezonde topsportcultuur bevorderen.
Het onderzoek kende een grote respons: 1.257 topsporters, 220 coaches en 100 oud-topsporters hebben een vragenlijst ingevuld en er zijn 470 interviews afgenomen. Daarnaast zijn deelonderzoeken uitgevoerd naar media, NOC*NSF en het beleid rondom topsport. Het eerste exemplaar van het rapport wordt aangeboden aan demissionair staatssecretaris Vincent Karremans.
Enkele uitkomsten
Het onderzoek is uitgevoerd naar en gericht op een drietal uitkomstmaten, te weten: welzijn (mentaal en fysiek), presteren en veiligheid. Tijdens de presentatie gaan de onderzoekers dieper in op de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek. De algehele conclusie is dat het op zich goed gaat met de topsportcultuur in Nederland maar dat er zeker ook ruimte is voor verbetering. Zo benoemen ze dat er in Nederland sprake is van een mono (topsport)cultuur. Dit impliceert dat ongeacht het type sport, de sporten een grote overeenkomst vertonen als het gaat om de drie uitkomstmaten. Daarnaast valt de mentale weerbaarheid van de topsporter op. Hoe weerbaarder de sporter, hoe beter zijn of haar fysieke welzijn en hoe beter de (gepercipieerde) prestaties. Ook de coach blijkt een belangrijke rol te spelen; hoe beter de band met de coach wordt ervaren, hoe beter de prestaties.
Een andere uitkomst is de invloed van de financiële afhankelijkheid van topsporters en coaches. Als voorbeeld wordt genoemd dat topsporters soms een blessure verzwijgen vlak voor een selectiemoment, omdat ze bang zijn hun A-status kwijt te raken. Als het gaat om grensoverschrijdend gedrag worden vooral ‘roddelen’ en ‘verbaal geweld’ genoemd. Met name vrouwelijke topsporters geven aan gevoelens van onveiligheid te hebben ervaren. Topsporters die voor Nederland uitkomen maar geboren zijn in een ander land, geven aan meer pestgedrag of discriminatie te ervaren. Topsporters die hun geslacht niet wilden meedelen, benoemen ook hiermee te maken te hebben.
Aansluitend aan de presentatie reflecteren (voormalig) topsporters, coaches en sportbestuurders op de uitkomsten van het onderzoek. Tot slot geeft André Cats (directeur topsport NOC*NSF) een korte reactie en blikt vooruit op de werkconferentie die NOC*NSF begin september organiseert om samen met de sportbonden de uitkomsten van het onderzoek te verdiepen en met de verschillende handvatten aan de slag te gaan.
Over het onderzoek

Het onderzoek is gestart in 2021 en in 2023 is het pilot onderzoek afgerond bij judo, handboogschieten, tafeltennis, volleybal en ijshockey. Daarna is het onderzoek uitgebreid tot in totaal 63 sporten (disciplines) bij 26 bonden. De grote diversiteit aan sporten is binnen het onderzoek gewaarborgd: individuele en teamsporten, binnen- en buitensporten, gehandicaptensport, wel/ niet jurysporten, wel/ niet contactsporten, winter- en zomersporten, etc.
Het onderzoek is uitgevoerd door prof. mr. Marjan Olfers (hoogleraar Sport en Recht Vrije Universiteit Amsterdam, onderzoeksbureau Verinorm), Froukje Smits MSc (sportpedagoge Hogeschool Utrecht), dr. mr. Anton van Wijk (jurist, psycholoog en criminoloog, onderzoeksbureau Verinorm). Dr. Cees Vervoorn (Manager Toegepaste Wetenschap Kenniscentrum Sport & Bewegen) is coördinator van het onderzoek. Het onderzoek is gefinancierd door het ministerie van VWS.
Het volledige onderzoek is te downloaden via de website van Verinorm.