Spring naar content

Veel bijval voor ‘Sport en bewegen voor mensen met een beperking’

Mensen met een beperking die al sporten, vinden vaak wel hun weg naar sportaanbod en sportmiddelen. Maar er moet meer aandacht naar degenen die nog niet sporten, door bewustwording, stimuleren en kennismaken.

De Kamerleden Lisa Westerveld (GL), Jeanet van der Laan (D66) en Michiel van Nispen (SP) noemen dit een zinvol punt dat ze meenemen in de verdere uitwerking van hun nota ‘Sport en bewegen voor mensen met een beperking: vanzelfsprekend in 2030’. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft samen met Gehandicaptensport Nederland, Special Heroes Nederland en de Esther Vergeer Foundation gereageerd op deze nota.

De nota is door de sportwoordvoerders van GroenLinks, D66 en SP vóór het zomerreces gepresenteerd in het commissieoverleg sport met (inmiddels afgetreden) demissionair minister Van Ark. Het initiatief van de Kamerleden heeft veel reacties opgeleverd: vooral veel bijval, maar ook opbouwende kritiek. De nota wordt nu aangeboden aan het ministerie van VWS, samen met alle aangeleverde reacties. Na bestudering en een reactie van de bewindspersoon zal het op de Kameragenda worden gezet voor verdere behandeling.

Paralympische medailles komen niet vanzelf

Dat sporten voor mensen met een beperking maatschappelijk leeft, blijkt wel uit de toegenomen belangstelling voor TeamNL bij de Paralympische Spelen: de vijfde plaats op de medaillespiegel wereldwijd is iets om trots op te zijn. Maar dat succes moet wel vanaf de basis worden opgebouwd. Of je nu paralympisch sporter wilt worden of gewoon recreatief wilt bewegen: als je een beperking hebt, is er extra inzet nodig, ook van je omgeving. Het sporten en bewegen voor mensen met een beperking moet vanzelfsprekender worden. Daar willen SP, D66 en GroenLinks ook wat aan doen, met hun gezamenlijke nota ‘Sport en bewegen voor mensen met een beperking, vanzelfsprekend in 2030’. Vier organisaties die zich bezighouden met kennis over gehandicaptensport hebben een gezamenlijke reactie opgesteld, om bij te dragen aan de ambitie die uit de nota van de drie sportwoordvoerders spreekt.

Vier belangrijke aanbevelingen

  1. Ga voor een bredere doelgroep. In de notitie wordt sterk uitgegaan van mensen met een beperking die zelf al een sport zoeken. Dat is maar een klein deel van de potentiële doelgroep en die groep weet de weg redelijk te vinden. De uitdaging ligt bij de mensen met de latente sportbehoefte, degenen die de weg naar sport en/of bewegen nog moeten vinden. Die moet je bereiken en verleiden.
  2. Besteed aandacht aan persoonlijke belemmeringen. Heb aandacht voor het wegnemen van persoonlijke belemmeringen, zoals niet meer durven, pijn, niet weten wat mogelijk is. Uit onderzoek blijkt dat deze het meest voorkomen. Daarnaast blijkt stimulans vanuit professionals in onderwijs en zorginstellingen steeds belangrijk om mensen te laten kennismaken met sport en bewegen. 
  3. Focus niet alleen op sporten, maar juist ook op bewegen. Het stimuleren van een gezonde actieve leefstijl is voor mensen met een beperking heel waardevol. Interessant dus om vooral ook in te zetten op bewegen. Daarmee bereik je een grote potentiële groep die nog geen sporter is, maar dat misschien na verloop van tijd wel wordt. Of duurzaam blijft bewegen.
  4. Denk ook aan fitness en therapeutisch sporten. In de nota gaat het vooral over sportverenigingen. We missen hier ondernemende sportaanbieders. Fitness is bijvoorbeeld de populairste sport onder mensen met een lichamelijke beperking. Vergeet ook niet therapeutisch sporten, zoals sporten bij een zorginstelling, bijvoorbeeld tijdens dagbesteding.

Ook goed om te weten

  • Ruim 700.000 Nederlanders voelen zich nog altijd niet welkom in de sport, zo blijkt uit de campagne die begin september 2021 is gestart: ‘Wees welkom in de sport’. De Alliantie Sporten en bewegen voor iedereen daagt sportclubs uit om het gesprek op gang te brengen over de waarde van een inclusieve en gastvrije sportomgeving.
  • Op de webpagina Sporthulpmiddelen is een handreiking te vinden met aanbevelingen voor het beter beschikbaar en bereikbaar maken van sporthulpmiddelen met een goede kwaliteit, die betaalbaar zijn voor de sporter met een beperking.