Week van de Motoriek 2025

Hoe zorgen we voor een samenleving waarin iedereen, van jong tot oud, fysiek én mentaal gezond kan blijven? In een maatschappij waarin we steeds minder bewegen, kinderen minder vaardig zijn en de druk op de zorg toeneemt, is het belang van bewegen groter dan ooit. Tijdens de Week van de Motoriek kregen deelnemers in acht interactieve webinars nieuwe inzichten vanuit wetenschap, beleid en praktijk. Denk aan inspirerende voorbeelden, praktische handvatten én kansen voor samenwerking binnen en buiten het sport- en beweegdomein. Benieuwd welke webinars passen bij jouw werkveld en interesse? Kijk ze gratis terug via de Terugblik.

Kennis over gedrag helpt

Gedrag ontstaat niet zomaar. Er spelen veel factoren mee in iemands keuze om wel of niet te sporten en bewegen. Bijvoorbeeld: gebrek aan vertrouwen in organisaties die over sport communiceren, schaamte, weinig vertrouwen in eigen sportvaardigheden, chronische stress, of een onveilige omgeving en klein sociaal netwerk. Door deze factoren beter te begrijpen, kun je als buurtsportcoach beter aansluiten bij wat kinderen en volwassenen die in armoede leven nodig hebben om in beweging te komen.

Hoe je activiteiten bijdragen aan gemeentelijk beleid

In diverse bijeenkomsten met teamleiders van buurtsportcoaches kwam naar voren dat het verband tussen de (veelheid aan) activiteiten van de buurtsportcoaches en de beleidsdoelstellingen van de gemeente niet altijd helder is. Dat maakt het lastig om te laten zien in welke mate al deze activiteiten bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen. Het is belangrijk dat jij als teamleider wél inzichtelijk kan maken op welke wijze de activiteiten van jouw team hieraan bijdragen. Deze handreiking helpt je daarbij en geeft kort en krachtig de belangrijkste aandachtspunten en stappen weer. Van tips voor de koppeling van de activiteiten aan de gemeentelijke doelstellingen tot aan tips over de inzet van bestaande instrumenten.

Jeugd in armoede: impact op sportdeelname van 1 op de 11 kinderen

Armoede raakt ook de kleinste dingen die voor kinderen en jongeren vanzelfsprekend zouden moeten zijn, zoals sporten. 1 op de 11 kinderen (4-12 jaar) en 1 op de 17 jongeren (12-18 jaar) groeit op in armoede, met vaak onvoldoende geld voor kleding, vervoer en sociale activiteiten. Dit betekent dat ze wekelijks minder sporten en minder vaak lid zijn van sportverenigingen dan hun leeftijdsgenoten. Minder dan de helft van deze kinderen en 56% van de jongeren sport wekelijks. Een flink verschil met de 76% van de kinderen – en ruim 80% van jongeren – uit gezinnen met een hoger inkomen.